maandag 31 december 2012

Oud en Nieuw - zoon en puzzelstukjes kwijt


Onze kleine jongen wordt groot, het is alleen jammer dat we er op deze manier achter moesten komen. Hij is vanmorgen helemaal alleen naar het winkelcentrum gelopen en weer terug en het winkelcentrum is nou niet bepaald hier om de hoek. Frank en ik hebben even toch een heel benauwd uur gehad vanmorgen.

Wat was het geval: Ik moest vanmorgen vroeg op pad voor boodschappen. Ik had nogal wat nodig, dus ik moest met de auto. Frank wilde om 10.00 met zijn zus even op visite bij zijn dementerende tante in Hank en daarvoor nog even langs de dokter vanwege oorontsteking, ik moest dus een beetje opschieten met de boodschappen. Omdat ik niet wist hoe laat Frank bij de dokter terecht kon en hij daar op de fiets heen moest zou ik de jongste twee meenemen. Arjen kon eventueel wel mee naar de dokter, daar heb je geen last van. 

Zodoende zat ik om 8.30 met twee kinderen in de auto richting Nettorama. Christoph zat zijn zus ontzettend te treiteren en ik dreigde hem naar huis te brengen, hij ging uiteraard gewoon door, dus al voor we het dorp uit waren heb ik dat dreigement omgezet in daden en de auto op de kruising rondgegooid en het joch bij zijn vader afgeleverd. Ik weer naar de netto.

Ondertussen was Frank thuis eindelijk door de telefoonbarriere van de doktersassistente gekomen en hij mocht direct even langskomen. De dokter kent Frank en zijn linkeroor erg goed, dat is dus nooit loos alarm. Frank hijst de mannetjes in hun jassen en zet de fietsen klaar om te vertrekken. Christoph gaat zonder mokken mee, maar Arjen heeft er niet veel zin in. Hij is dagen bezig met een puzzel van 1000 stukjes en gisterenavond hebben Frank en ik samen met hem de puzzel bijna afgekregen en nu naderen we het eind. Hij wil dus heel graag verder puzzelen. Maar Frank wil niet dat ie alleen thuis blijft, dus hij moet mee. Met tegenzin trekt hij jas en schoenen en aan en loopt mokkend richting fietsje. Die zit op slot, dus Frank weer naar binnen om de sleutels te pakken…hij komt weer buiten en weg Arjen. Maar dan ook echt weg! Nergens meer te vinden. Frank zet Chris op de fiets en rijdt door het dorp, gaat het vragen bij zijn vriendinnetje een paar huizen verder. Geen Arjen.

Op dat moment kom ik thuis met de boodschappen, Frank is ondertussen in alle staten, we laden de boodschappen uit en ik neem Christoph van hem over en Frank gaat richting dokter. Nu ben ik dus op zoek naar Arjen en als ik mijn zoon een beetje ken (en dat doe ik bij deze wel, bij Christoph is dat beduidend minder) zou het me niets verbazen als hij daadwerkelijk naar de winkels is gelopen is. Dat is zo’n 20 minuten lopen voor een volwassene. Ik ruim de boodschappen op, nog niet echt in paniek en hijs vervolgens Yfke en Chris in hun jasjes en zet ze op de fiets. Het grote zoeken is begonnen en ik fiets het dorp uit, langs de scholen (hij zal toch niet helemaal naar de winkels gelopen zijn?), terug naar het voetbalveld, door alle steegjes in Dalem, maar nergens.

Ik ga aanbellen bij vriendjes, daar is ie niet, ik zie een buurvrouw op de fiets thuiskomen met een tasje van de bakker, heeft zij hem misschien gezien, ook niet. Misschien is ie inmiddels thuis, weer even langs de buurvrouw, nee nog niet gezien. Ik fiets weer verder en maar roepen: ‘Arjen’. Ik vraag het aan de grote knullen die vuurwerk staan af te schieten op het pleintje, ze hebben hem niet gezien, maar beloven hem naar huis te sturen. Ik besluit nu maar de route door de nieuwbouw te nemen en weer richting winkels te gaan. Maar hij zal toch niet echt die drukke weg overgestoken zijn, hoe vaak waarschuw ik daar niet voor, ze rijden daar makkelijk 80!

Ondertussen zijn we 3 kwartier verder en fiets ik voor de tweede keer het dorp uit. Ik zie hem nog steeds nergens en ga dan maar echt richting winkelcentrum, maar daar zie ik hem, halverwege het fietspad richting Dalem in zijn grijze jasje met zijn handen in zijn zakken.

Zo gauw hij mij ziet begint ie al huilend te rennen: ‘mama, ik was helemaal naar de netto gelopen en ik heb bij alle auto’s gekeken of jij er was, maar onze auto stond er niet, toen ben ik maar weer terug gegaan en overal was geknal en vuurwerk en ze gooiden het allemaal naar mij’… dikke tranen, groot verdriet. Maar ik ben tegelijk boos en opgelucht. Boos omdat ie niet geluisterd heeft naar Frank en zijn eigen plan heeft getrokken door weg te lopen. Opgelucht omdat ie de weg zo goed weet en weer terug is.

Ik besluit dat Frank straf mag uitdelen, want dat is degene wiens gezag ondermijnd is. Maar een flinke preek geven kan ik wel. Ik laat het ventje wel even duidelijk merken dat dit absoluut niet kan en som alle mogelijke gevaren en gevolgen even op. Laat dat duidelijk zijn! ‘En je moet sorry zeggen tegen papa.’ Maar dat durft ie niet, zodra Frank thuiskomt van de dokter wil ie zich verstoppen achter een stoel. Helaas voor hem gaat dat feest niet door. Hij zal zijn vader onder ogen moeten komen.

Ik geloof dat de boodschap wel over is gekomen, poeslief gaat ie verder aan zijn puzzel. Als Frank later dan gepland, op weg is naar zijn tante vraag ie met een klein stemmetje of ik aan niemand wil vertellen dat ie is weggelopen, hij schaamt zich behoorlijk voor deze actie. Dat zal ik dus ook niet doen. (maar hij heeft niets gezegd over opschrijven.)

Pfff, moeder zijn lijkt wel met het jaar lastiger te worden. Ondertussen puzzelt mijn zoon door, en wat is nou het ergste, er zijn nog twee stukjes kwijt ook, kan ie hem nog niet eens afmaken. Wij gaan 2012 al zoekend uit…

Toch evolutie?


Ik ben een overtuigd christen en geloof dat God hemel en aarde heeft gemaakt, met andere woorden je zou mij een creationist kunnen noemen. Jaarlijks komt in mijn lessen over de prehysterie de discussie tussen mij en mijn leerlingen op gang over het ontstaan van de aarde en ‘al wat daarin is’. En ieder jaar weerleg ik hun argumenten en verwijs ik ze vervolgens naar de docent godsdienst, omdat dergelijke discussies een deur verder gevoerd moeten worden. (mijn lokaal is naast dat van godsdienst). Bij geschiedenis kijken we naar de feiten en gaan we niet eindeloos bakkeleien over evolutie of creationisme.

Maar na vandaag vraag ik me af of ik mijn mening bij moet stellen. Zou de evolutie dan toch?

Met zoons, dochter, oma en ome Remco, (let op Frank is niet mee, dit is later van belang) was ik vandaag in Ouwehands Dierenpark (je hebt niet voor niets een abonnement). Omdat het niet de eerste keer was dat ik daar dit jaar was (alweer abonnement he?) keek in plaats van naar de dieren wat meer naar de begeleidende bordjes. En daar deed ik mijn eerste schokkende ontdekking. Ouwehand blijkt een aanhanger van de evolutietheorie, want bij het verblijf van de oerang-oetangs las ik op het bordje het een en ander over de zogenaamde ‘missing link’.
 
 
Tegen mijn leerlingen is dat altijd een van mijn argumenten om de evolutie af te wijzen, je kunt de evolutie niet geloven, want er is nog steeds een schakeltje dat mist in die lijn van aap tot neanderthaler tot mens, de zogenaamde missing link. In Ouwehand las ik wat men nog nodig heeft om het rijtje compleet te maken en daar schrok ik van. Want wat is het geval het ene schakeltje, die missing link, dat ene wat men nog mist dat ben ik!

De wetenschap heeft allerlei skeletten en reconstructies gemaakt van al onze zogenaamde voorgangers, maar mist er nog een lees ik op het bordje: een mens, waarbij de grootste teen en de opvolgende teen (de ‘wijsteen’ zo u wilt) ongeveer een centimeter ver uit elkaar staan.

En dat heb ik! Al zolang als Frank en ik samen zijn, maakt hij daar opmerkingen over. Tot die tijd was ik me niet bewust van de bijzondere stand van mijn tenen, maar inderdaad de eerste twee staan bij beide voeten nogal ver uit elkaar. Ik heb dat nooit als een probleem ervaren, eerder als handig, met teenslippers en zo. Ik kan zelfs pennen en potloden oprapen met mijn eerste twee tenen als ik geen zin heb om te bukken. Maar nu blijk ik dus de missing link te zijn. Dat ik met mijn tenen dingen kan oprapen komt, omdat ik echt afstam van de apen! Die houden van alles met hun tenen vast…

Maar dat is niet het enige wat me vandaag aan het twijfelen heeft gebracht. Bij thuiskomst word ik voor de tweede keer aan het twijfelen gebracht. Als ik met drie kinderen voor de deur sta en ik er niet in kan.

Frank (die dus niet mee was ivm een voetbaltoernooi), heeft ons huis goed afgesloten en de voordeur van binnenuit op slot gedaan en de sleutel in het slot laten zitten. Dat is op zich het probleem nog niet, hooguit wat lastig, omdat ik nu met drie vermoeide dreinende kinderen om moet lopen. Dus ik loop om naar de achterkant en wil via de poort naar binnen. Ook op slot! En daar heb ik geen sleutel van, die heeft Frank natuurlijk meegenomen naar Arkel. Ik kan met geen mogelijkheid over onze poort klimmen, want wij hebben een nogal hoge schuur staan, inbreker bestendig, met een afgesloten poort erin. Nu heb ik dus wel een probleem. Ik zal via de tuin van de buren over de schutting moeten gaan klimmen.

Met de drie dreiners loop ik weer naar de voorkant. Ik kan moeilijk zo bij de buren de tuin in lopen, dus ga ik me bij de voordeur melden. De buurvrouw begrijpt het probleem en laat mij via haar huis haar achtertuin in. (in het voorbijgaan feliciteer ik nog even de buurman, die is jarig vandaag).

En dan is het zoeken naar een goede plek om te klimmen. Hier komen voor de tweede keer de genen van mijn voorouders om de hoek. In notime heb ik een prima plek gevonden om over de schutting te klimmen. Via een stapeltje tegels aan de kant van de buren stap ik op de anderhalve meter hoge schutting. Vervolgens hou ik me vast aan het dak van hun schuurtje en stap met een been op de pergola tussen onze tuinen. Ik mag blij zijn dat het winter is, want  ’s zomers was ik hier nooit tussen alle begroeiing door gekomen.

Ik zet mijn been op onze waterton en hijs mijn andere been ook over de pergola. Dit klinkt nu als een enorme onderneming, maar dat was het dus niet. Dit ging verbazingwekkend soepel! Daar heb je dus mijn tweede twijfelmoment. Ik leek echt wel een aap, binnen enkele seconden was ik van de ene tuin in de andere.

Zou ik dan toch echt mijn mening over de schepping moeten bijschaven…ik heb ook nog eens 3 apen op de wereld gezet, waarvan de oudste inmiddels ook al via de tuin van de buren volgt, ook al zonder al te veel problemen.

Nee, ik heb er nog even over nagedacht, het blijft toch echt onmogelijk dat alles is ontstaan door stom toeval. God heeft mij gewoon ‘bijzonder handig en lenig’ geschapen. Niks evolutie! Zoek maar lekker door naar die missing link, ik zal mijn voeten voortaan verstoppen, gewoon voor het geval dat….

 

Cirque du soleil - Chris kan het ook!


Tweede kerstdag 2012.

Ik zit op de bank, met een slapende dochter op schoot en aan mijn beide zijden een zoon. Ze zitten met open mond te kijken naar een voorstelling van het Cirque du soleil. SBS of een andere commerciele zender (er is steeds reclame tussendoor) zendt de voorstelling Alegria uit en aangezien de mannen behoorlijk moe zijn na de zwempartij van vandaag, is dit een mooi programma om even op de bank mee bij te komen. Maar om deze blog volledig te begrijpen eerst even terug naar vanmorgen in het zwembad.

Traditiegetrouw beginnen we 2e kerstdag in het zwembad. Het kostte dit jaar iets mee moeite dan anders om Arjen mee te krijgen, die wil namelijk al een poosje zijn zwemvleugels niet meer om en al helemaal niet nu vriend Ferre zijn diploma heeft en dus overal mag zwemmen. We zijn vorige week al begonnen met de voorbereidingen voor deze zwempartij. ‘Arjen, we gaan met de kerst weer zwemmen met Ferre he? Maar die heeft zijn diploma en jij nog niet, weet je wat dat betekent? Ja, dat weet hij wel. Hij kijkt er heel nors bij als hij ons zijn antwoord geeft: ‘ja, hij mag zonder bandjes en overal in het diepe.’ Hij slaakt een diepe zucht. Er speelt zich nu van alles af in zijn hoofd: zwemmen is leuk, Ferre is leuk, maar zwembandjes zijn niet leuk. Wat moet ie doen? Na veel gewik en geweeg besluit hij dan toch maar om mee te gaan, het alternatief was namelijk spelen bij de buurvrouw (niets ten nadele van de buurvrouw overigens).

Om tien uur staan wij voor de deur, lekker vroeg en nog niet zo druk, dachten wij. Tenminste dat was 4 jaar geleden toen we begonnen met deze traditie wel het geval. Ik denk dat we zelf schuldig zijn aan de drukte van vanmorgen, want de halve VEG de Ark troffen we aan bij het peuterbadje. Arjen heeft een enorme bof, want na enig speurwerk blijkt er geen enkele badmeester of zwemjuf te zijn die wij kennen en loopt er alleen een B-assortiment aan surveillanten rond. ‘Kom maar Arjen, je mag je bandjes af, maar blijf bij mama, papa, Niels of Sandra.’ Gelukkiger hadden we hem niet kunnen maken. Nee, maar dan de hoofdrolspeler van dit verhaal, die hangt al vanaf de eerste minuten dat we binnen zijn als een aapje aan mijn nek. Zo gauw Christoph de bodem van het bad niet meer voelt, slaat de paniek toe en slaat hij beide armen om mijn nek en laat niet meer los. Een angstig gepiep klinkt er uit zijn keel. Alleen in het peuterbadje voelt hij zich veilig. Chris is echt een gevalletje van veel geblaat en weinig wol. Hij roept van alles, maar als puntje bij paaltje komt….Chris is een watje, we hebben hem afgelopen week ook al een keer opgehaald bij oma Rousse, omdat ie zonodig moest logeren, maar toen het donker werd, verzon Chris allerlei kwaaltjes en ging uiteindelijk zo hard huilen dat ook oma er geen heil meer inzag en wij het joch konden komen halen. Hou deze kennis vast.

Maar goed terug naar het circus. Arjen zit aan mijn linkerzijde en vindt het waanzinnig knap, bij alles wat we zien noemt hij dat.

Zo is er een vrouw die door allerlei hoepels zigzagt en zichzelf zo’n beetje dubbelvouwt. ‘Zo die mevrouw is lenig, mama kan jij dat? ‘Nee jongen, da’s echt heel knap, dat kunnen mama’s spieren niet aan.’ ‘Ik wel,’ hoor ik opeens aan mijn rechterzijde. Dat is Chris. ‘Echt niet’, reageert Arjen, ‘dat is veelste moeilijk.’

Een man die met twee majorettestokjes jongleert terwijl ze in de brand staan, hij doet het vuur zelfs op zijn buik en benen. Links zegt: ‘Dat is gevaarlijk, straks steekt ie zichzelf in brand.’ En weer van rechts: ‘kan ik ook.’ Vooral het gezicht dat ie er bij trekt, alsof het de normaalste zaak van de wereld is. En zo gaat het gekissebis tussen links en rechts  nog een poosje door, het lijkt de Tweede kamer wel.

Een enorm sterke man, een trampoline act, iets met stelten, Chris kan het allemaal. Arjen is de opschepperij van zijn broer ondertussen een beetje zat, dus na een of andere bloedstollende trapeze act en Chris zijn verkondiging dat ie dat ook kan, daagt Arjen hem uit en zegt: ‘doe dan, laat maar zien. Oke, dit is dus zo’n ‘puntje bij paaltjemoment’, wat zal Chris doen? Hij kan dit natuurlijk allemaal niet, dat weet Arjen, dat weten wij en hij weet het zelf ook. Maar wat moet hij nu zeggen zonder gezichtsverlies te lijden?

Er wordt even over nagedacht, maar dan komt het: ‘Ik kan dat alleen buiten.’ ‘Nou doe het dan buiten,’ reageert Arjen die zich ook niet door een gat laat vangen. In zijn koppie wordt koortsachtig naar een antwoord gezocht waar Arjen niet omheen kan en even later heeft Christoph het gevonden: ‘Dat kan niet, want het is donker buiten en dan mag ik niet van mama!’ Zo dat heeft ie mooi opgelost, met een zelfvoldaan smoeltje zit ie op de bank.

Ons watje…

 

vrijdag 21 december 2012

'Klei'leuk


Kleileuk? Dat is niet goed, dat moet ‘kei’leuk zijn. Nee hoor echt niet, dit is een geheel nieuw woord dat ik ga insturen naar de Dikke Van Dale, alvast als het woord van 2013. Het is bedacht door een van mijn leerlingen uit mijn examenklasje 4 VMBO.

Het is de laatste week voor de vakantie, ik ben met mijn klassen in een afrondende fase. Na de vakantie start ik bij alle klassen een nieuw hoofdstuk. De ervaring leert dat als ik voor de vakantie start met iets nieuws (alhoewel nieuws, ik geef geschiedenis, daar is nooit iets ‘nieuws’ bij, maar goed… ) ik niet moet verwachten dat ze na de vakantie hoe lang of kort ook nog weten waar ik het over gehad heb. Zodoende heb ik op deze lesdag geprobeerd om voor al mijn klassen op een of andere manier de geleerde stof te herhalen. Ik heb dus het eerste uur een film gekeken over het kerstbestand van 1914, het tweede uur nog even een repetitie gegeven (‘u bent echt gemeen mevrouw’, ‘kunnen we het niet uitstellen tot na de vakantie?’ ‘Nee om dezelfde reden als dat ik nu niet met een nieuw hoofdstuk begin.’)

Vanmiddag kijk ik met 2HV nog een aflevering van de ‘Gouden Eeuw’ van Zapp (aanrader). Maar wat doe ik met 4VMBO? Dit is mijn examenklas en ik heb ze iedere dag 1,5 uur aan een stuk. De afgelopen weken stonden in het teken van historische films voor hun SE4 (schoolexamen), dus om nou met hen een film te gaan kijken is niet echt interessant. Ze zullen het zelf best leuk vinden, maar ik vind het weinig zinvol.

Ik besluit om een circuitje op te zetten van verschillende onderdelen waarin we de behandelde stof maar vast eens gaan herhalen met de hoop dat ze zich vast enigszins voorbereiden op het examen in mei. Wie wat bewaard, die heeft wat en zodoende heb ik al gauw drie onderdelen voor mijn circuit klaar. Een begrippenschema, leerlingen trekken blind een viertal begrippen en moeten het al dan niet aanwezige verband tussen deze begrippen uitleggen. Een zeer zinvolle oefening.

Ten tweede: The Wall of fame/shame, alle belangrijke personen van de 20ste eeuw, zoek de naam, foto en gebeurtenis bij elkaar en plaats ze in de tijd. Wederom kennis die voor het CE (centraal examen) onontbeerlijk is.

Nummer drie: Een mysterie; wie vermoordde Jan Bakens, een moordspel dat zich afspeelt begin 20ste eeuw. Om het op te kunnen lossen is een goede kennis van de Verzuiling vereist. En tot slot verzin ik er nog een creatieve opdracht bij. Per slot van rekening heb ik een PABOverleden en dat is af en toe (vaak zelfs) al bijzonder nuttig gebleken.

De opdracht luidt als volgt: Stel je bent een kunstenaar aan het einde van de Eerste Wereldoorlog, je woont in Duitsland of Frankrijk en je krijgt de opdracht om een standbeeld te maken dat herinnert aan de oorlog. Hoe ziet het eruit? Leerlingen moeten nu dus hun kennis over het eind van WOI gebruiken, hoe verliep die oorlog, wie won, wie verloor, wat zullen de gevoelens van de mensen zijn geweest, etc.

Het circuit loopt als een trein, er wordt echt heel goed gewerkt bij alle vier de onderdelen en ik loop de benen uit mijn lijf om bij iedereen mee te luisteren en hun kennis weer te reactiveren. Trots als een pauw ben ik als een knul (tijdens de les een meestal nonchalant en ongeinteresseerd) een mond kleit, met daarbij een uitgestoken tong. ‘Kijk mevrouw,’zegt hij, ‘dit standbeeld komt aan de Franse kant van de grens, een soort nahnah, ‘sliep uit’ teken richting Duitsland, maar over 20 jaar komt Hitler en die keert het standbeeld om richting Frankrijk.’ Ik ben helemaal in de gloria, hij heeft het helemaal begrepen!

En dan gebeurt het. Halverwege de les komt mijn mannelijke sectiecollega binnen. Hij is blijkbaar al wel wat van mij gewend, ik zie hem rondkijken door het lokaal en hij zegt: ‘Ah, is je PABOverleden weer naar boven gekomen? Ben je nou echt aan het kleien?!’ Ik wil me al uitgebreid gaan verdedigen en hem laten inzien wat een onwijs zinnige les dit is, maar het is niet nodig.  Mijn immer enthousiaste leerling roept al naar hem: ‘He meneer, we leren er echt iets van! Dit is echt keileuk hoor, nee dit is echt ‘klei’leuk!!!

Hier heb ik niets meer aan toe te voegen, mijn les is ‘klei’leuk!

woensdag 19 december 2012

Tanden en trampolines


Hoe vaak zal ik de volgende zin de afgelopen 5 jaar al niet gezegd hebben?   “Jongens, de bank is geen trampoline!”

Vanaf het moment dat Arjen kon staan en lopen heeft onze bank geleden onder kindervoetjes. Toen was het alleen nog Arjen.  Op het moment dat zijn broeder in het kwaad ook de trampolinefunctie van de bank had ontdekt was het hek helemaal van de dam! Ik roep deze zin minstens 20 keer per dag. Het is zelfs zo erg dat het kleine zusje pas op de bank stond (een nieuwe inmiddels, de eerste kon echt niet meer) mij aankeek met haar grote blauwe kijkers en heel eigenwijsneuzerig zei: ‘tampoline?’ Niet dus! Mijn bank is geen trampoline.

Ik word er werkelijk helemaal mesjogge van. Het gaat de hele dag door. Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat wordt er op de bank gelopen, gesprongen en omdat ze te beroerd zijn om er omheen te lopen wordt er ook overheen geklommen. Daarbij zijn de mannen hier ook nogal van de fysieke benadering, dus menige ruzie of stoeipartij vindt hier plaats op, u voelt hem al aankomen, de bank. Mijn bank, waar ik zo blij mee ben en waar ik ook graag nog een heel aantal jaren mee wil doen.

Ik blijf maar volhouden, maar ik ben als een roepende in de woestijn, het heeft werkelijk geen enkele zin. De bank is en blijft een aantrekkelijk speeltoestel in onze woonkamer. Zo ook vanmiddag weer. We zijn nog maar net een klein kwartiertje uit school, er is geplast, de tosti’s staan te bakken en om de tijd te doden rollen de mannen al weer samen over de bank. Onderwijl gaat de telefoon (mijn schoonmoeder wil weten wat ze Yfke voor d’r verjaardag moet geven), ik corrigeer voor de zoveelste keer de jongens, maar die hebben daar maling aan. Mama is toch aan de telefoon en kan niet echt boos worden en ze moet ook nog op de tosti’s letten, dus ze ravotten vrolijk verder. Tot opeens: ‘mama, mijn tand is eruit!’
 
Hiep, hiep, hoera, het stoeien heeft zowaar iets opgeleverd. Al weken kijken we tegen die scheve tand aan. Hij zat hartstikke los, Arjen had er last van bij het eten, liep constant te piepen en klagen over die tand, maar we mochten er maar niet aankomen. Zowel Frank als ik hebben geprobeerd of we er aan mochten komen om dat ding eruit te trekken, maar hij hield zijn mond stijf dicht en begon acuut te krijsen als we er naar wezen.

Maar nu met dank aan Christoph en de bank is ie er dan eindelijk uit. En er zit nog zo’n tand vreselijk los, misschien wil Christoph in een onbewaakt ogenblik nog wel een boks uitdelen…

maandag 10 december 2012

Paarse laarsjes


Afgelopen weekend heeft mijn dochter haar eerste paar schoenen aangehad. Wat ach arm kind, bijna twee jaar oud en nu pas voor het eerst schoenen aan? Dat het lang duurde voor je kon lopen wist iedereen al, maar heeft je moeder twee jaar gewacht met je schoenen aan te trekken?

Nee het zit een beetje anders, mijn dochter kon nu min of meer de schoenen aan die ik meer dan twee jaar geleden voor haar kocht. Het is een ingewikkeld en lang verhaal, dat ik mezelf kennende, ook  niet veel korter zal kunnen vertellen.

Het zit namelijk zo. Herinnert u zich de herfst van 2010 nog? Ik nog wel. Al vanaf half november lag er sneeuw en dat duurde en duurde maar. De ANWB gaf code rood en weeralarm. Er werd aangeraden om niet de weg op te gaan als het niet strikt noodzakelijk was, drinkwater en warme dekens mee te nemen enzovoort. Winkels niet voorbereid op zulke kou, dus alle sneeuwlaarzen overal uitverkocht. Ik dagelijks op de fiets, zwanger en al, kind voorop , kind achterop naar school glibberen, uitkijken en behoedzaam lopen om niet met zwangere buik en Chris op mijn arm op mijn giechel te gaan. Mijn broer (30) brak zijn enkel, omdat hij en zijn vriendje niet samen op een slee bleken te passen. Ja? Heeft u deze dramatische november en decembermaand weer helder voor de geest? Dan ga ik verder…

Hoe dan ook, het was erg koud en glad en ik was toen zo’n 8 maanden zwanger van Yfke. Dat heeft er op zich niets mee te maken, zij had geen last van de kou in mijn broedkastje. Nee het was Chrisje, toen net 2 jaar oud, die last had van de kou. Het manneke had destijds nog geen sneeuwlaarzen en liep dus op zijn kleine kaplaarjes door de sneeuw en ijs te stampen en maar huilen van de kou. Eigenlijk kwam het erop neer dat ik hem moest tillen, want hij had zulke koude voetjes. Dat is natuurlijk enorm zielig en omdat ik een goede moeder probeer te zijn en zwanger en tillen en sneeuw een slechte combinatie zijn, ging ik voor hem op zoek naar sneeuwlaarzen.

Ik hees me met mijn dikke buik op de fiets, Chris achterop en hup naar de stad. Ik noemde het hierboven al, de Bristols, Scapino’s, Hema’s, je kunt het zo gek niet bedenken, niemand had zo vroeg in het jaar al zoveel sneeuw verwacht en er was nergens meer een paar sneeuwlaarzen voor het mannetje te krijgen. Ik heb ik weet niet hoeveel winkels gehad en nergens vond ik meer sneeuwlaarzen.

Uiteindelijk (lees: dagen later) vond ik nog een paar bij de Ranzijn, ik weet nog hoe ze daar stonden, als enig paar laarsjes op een verder hele lege stelling. Wel net iets te groot, maar dat was het ergste niet, ze waren knalpaars met bloemetjes erop. En u voelt het al aankomen, wanhopig als ik was van al het gehuil van Christoph en zijn koude voeten en mijn gesjouw en geglibber, heb ik die laarsjes gekocht. Ik dacht destijds: ‘ach paars, wat kan hem dat schelen, als zijn voeten maar warm zijn en over een jaar of twee kan zijn zusje (dat wist ik al) ze aan. Ik heb dus eigenlijk laarsjes voor Yfke gekocht, maar Chris mocht ze eerst even inlopen. Dat heeft ie braaf gedaan de afgelopen twee jaar en nu zijn ze hem te klein. Hij krijgt de oude van Arjen en Arjen heeft zaterdag nieuwe gehad (je boft toch maar als oudste in een gezin.)

En afgelopen weekend lag er dan weer sneeuw en konden de paarse laarsjes eindelijk gedragen worden door degene voor wie ze oorspronkelijk bedoeld waren. Ze waren weer een beetje te groot, maar wel lekker warm. Het punt is alleen dat Yfke dat witte spul op de grond niet vertrouwd en in plaats van er doorheen te lopen in de daarvoor bedoelde laarsjes, ze zich door mij laat tillen. Eigenlijk is er dus niets veranderd in twee jaar tijd, ik moet nu weer voorzichtig lopen en zorgen dat ik niet met dochter en al op mijn snufferd ga.

Hoop wel dat Chris mij dit later nooit kwalijk zal nemen…

zondag 11 november 2012

QWERTY


Zo da’s een originele titel van een blog! Dan heb je ook niet veel inspiratie… maar dat is geenszins de waarheid. Het bestaan van het QWERTY toetsenbord is de bron van een heel genant moment op school afgelopen week.

Op dinsdag ben ik een bevoorrecht mens, want dan heb ik het genoegen om 3 uur les te geven aan de leukste klas van de school. De eerste keer dat ik 3E tref, komen ze om met mij op reis te gaan door de schatkamer van het verleden, zij noemen dat zelf geschiedenis, maar ik vind dat je je vak best een beetje mag pimpen, dus ik geef histotainment en neem hen twee keer per week mee op reis door de schatkamer van het verleden. Ik hoop dat een creatieve leerling die tekst ooit op een bordje schrijft en ik het dan op de deur van mijn lokaal kan plakken.  

Maar goed, de tweede keer treffen wij elkaar voor een verlengde BZles, ookwel bekend als begeleid zelfstandig werken. De leerlingen hebben dan een opdracht van een bepaald vak (momenteel wiskunde) en werken daar dan twee uur per week zelfstandig aan, onder mijn (alziend?) toeziend oog. Afgelopen dinsdagmiddag was de laatste les die ze te besteden hadden aan deze opdracht en de paniek was bij de meeste leerlingen toegeslagen. Het is de leukste les om als docent bij te wonen. Negen lessen zijn ze met van alles bezig behalve  met wat ze moeten doen en dan de laatste les bedenken ze opeens dat ze toch misschien eventueel beter ook in de afgelopen lessen wat hadden kunnen doen. Eigenlijk zou ik al veel eerder in moeten grijpen, maar ik ben een aanhanger van de theorie dat ze om zelfstandigheid te bereiken af en toe een keertje op hun giechel moeten gaan. Zodoende zaten 18 van de 24 leerlingen in de mediatheek te stressen op hun wiskunde opdracht en ik zat met 6 leerlingen in mijn lokaal. Deze 6 beheersen het principe van BZ wel en zijn klaar of een enkeling kan bijzonder goed delegeren en heeft zijn partner aan het werk gezet, terwijl hijzelf alles ‘coordineert’. Onze toekomstige manager, zeg maar.

Dit was grofweg de situatie beschreven zoals hij afgelopen dinsdagmiddag was. In de klas alles pais en vree en in de mediatheek een soort van zenuwcentrum. In mijn lokaal was dus alle ruimte voor een lekker gezellig onderonsje tussen mij en een aantal van mijn mentorleerlingen. Ik was bezig met het zoeken naar een aantal geschikte beeldfragmenten om te gebruiken voor mijn lessen histotainment en mijn leerlingen bemoeien zich daar graag mee. Zo kreeg ik de tip van een jongen uit mijn klas om op youtube te zoeken naar de filmpjes van Bob Hale. ‘Die maakt echt hele leuke en grappige korte filmpjes over geschiedenis mevrouw, hij is van de BBC.’ ‘Ja mevrouw, zoek eens op youtube!’

 

Omdat ik altijd open sta voor suggesties en ik de documentaires van de BBC vaak erg goed vind, plaats ik mijn cursor in de invulveld van internet en begin te typen: www.youtube.com. En daar komt QWERTY om de hoek. In mijn snelheid tik ik in plaats van youtube,  toutube. Zonder te controleren druk ik op enter, maar dan gebeurt het dus. Mijn fout levert niet het verwachte ‘deze webpagina bestaat niet’, maar ik word linea recta doorverwezen naar de site sletjes.nl. Binnen luttele seconden na mijn tikfout zit ik gewoon op een site waar ik niet hoor te komen en al helemaal niet als mijn smartboard nog aan staat en de hele klas  (OK 6 leerlingen…) mee kunnen kijken. Fullscreen verschijnen er een aantal rondborstige nietsverhullende dames op mijn beeldscherm en erger ook op mijn smartboard! De reacties zijn dan ook niet van de lucht: ‘ooh mevrouw, wat doet u nu?’ ‘Mevrouw toch!’ ‘U kiest zeker uit uw favorieten?’

Gelijk schiet er een sensatiebelust figuur de klas uit om het restant van mijn klas in de mediatheek op de hoogte te stellen. Binnen tien minuten weet nu waarschijnlijk de hele school dat ik geen typdiploma heb.

Ben ik even blij dat we net aan het begin van die les besloten hadden dat we geen surprises zouden doen met Sinterklaas, degene die mijn lootje had, zou nu helemaal een makkie hebben…

maandag 29 oktober 2012

Aan alle vrijgezelle dames van Nederland (en daarbuiten)


Ik heb echt de allerliefste broer van Nederland en hij kan voor jou zijn! Mijn grote ‘kleine’ broertje is echt een superman.
Ten eerste weet ie precies op welke moment je hem nodig hebt en hij wil altijd iemand blij maken. Wie wil er nou niet zo’n vent?

Afgelopen zaterdagmiddag sta ik met drie kinderen klaar om naar de stad te gaan. Jassen aan, sjaals om, wanten paraat, klaar om de fiets te bestijgen. Arjen: ‘mama moeten we echt op de fiets, het waait zo hard?’ ‘Ja we gaan gewoon fietsen, het is droog en ik kan nu toch nergens parkeren in de stad.’ Het moest echt, kon niet anders, we moesten even de stad in op zaterdagmiddag er moesten cadeautjes gekocht worden voor een viertal kinderfeestjes in de komende weken. Er zijn natuurlijk van die mensen die voor hun lol even de stad ingaan op zaterdagmiddag, maar daar hoor ik niet bij. Tenminste, niet als ik alle kinderen mee moet nemen. En als ik dan ook nog op de fiets ga, betekent dat, dat ik ook geen buggy bij me heb en dat ze dus alle drie op vrije voeten rondlopen. Ik had al geprobeerd om mijn vriendin zo gek te krijgen mij te helpen aan een extra paar handen en ogen, maar die zat natuurlijk weer ergens anders, slim…


Net op het moment dat ik de deur uit wil stappen gaat de telefoon. Mijn broertje. ‘Kan ik een paar films van je lenen.’ ‘Tuurlijk kan dat, maar ik ga net naar de stad, dus ik ben er even  niet, laat jezelf er maar even in.’ Wat wil het toeval (als he tal bestaat), hij is ook net onderweg naar de stad. We spreken af op de brug en ik stop gauw even de gevraagde DVD’s in mijn tas. ‘Jongens kom, ome Remco wacht op ons.’ Een stuk enthousiaster dan daarvoor springen de mannen op de fiets en weg zijn we.

 
In de stad blijkt wat een fantastische man mijn broertje is. Hij heeft overal ogen en handen en houdt neven, nicht en Bumba (die was natuurlijk ook weer mee en mag absoluut niet kwijt) scherp in de gaten tussen het winkelende publiek. Hij heeft alle geduld van de wereld in de speelgoedwinkel, als de mannen maar niet kunnen kiezen wat ze cadeau willen geven aan de jarige vriendjes en hun zusje zo’n beetje de hele winkelinrichting reorganiseert. Maar wat mijn broertje echt helemaal fantastisch maakt is de actie die daarna volgt.

 
Het is kermis in de stad, ik had daar de jongens al op voorbereid. ‘We kunnen best even gaan kijken, maar we gaan nergens in. We zijn van de week net in de Julianatoren geweest, dus je hebt genoeg in achtbanen, botsauto’s en draaimolens gezeten.’ Tot mijn grote verbazing werd dat zonder protest geaccepteerd en dus sjokken we even over het kermisterrein. Ik weet niet meer of het Chris of Arjen was die als eerste een kreet slaakte, maar allebei zien ze op een gegeven moment Yoshi.

Ik snap dat dit voor iedereen zonder Nintendo een onbekend fenomeen is, maar Yoshi is een groen (soms ander kleurig) vriendelijk dinosaurusje. Hij helpt Supermario om Princess Peach te bevrijden en mijn mannen kiezen altijd Yoshi als ze aan het computeren zijn. Yoshi is hier dus hot. En Yoshi zit daar voor het grijpen. Letterlijk in dit geval, want ze staan met hun neusjes voor zo’n kermisattractie met van die grijphaken, die je vooruit en opzij moet besturen, vervolgens zakken en altijd mis grijpen. Of raak, maar dan valt je prijsje net voor het eind weer terug in de bak. ‘Wij willen Yoshi!’ Ja dat was te verwachten.

‘Mogen wij dat eens doen?’ smekend kijken een paar blauwe en een paar bruine ogen mij aan. ‘Lieve schatjes, dat is heel lastig hoor, kijk eens naar die andere kindjes, het gaat meestal mis,’ probeer in hun enthousiasme te temperen. ‘Misschien als ome Remco het probeert, die kan het vast goed mama.’ Arjen heeft een rotsvast vertrouwen in zijn grote oom.

‘Ja dat mag wel, maar je moet er wel rekening mee houden dat ik maar 2 euro heb, daarvoor kan ome Remco het 3 keer proberen en daarna is mijn geld op. Kan heel goed zijn dat het niet lukt om een Yoshi te pakken in drie keer he?’

Arjen begrijpt het helemaal, Chris is ondertussen al weer afgeleid door iets anders en ik geef Remco 2 euro. Succes. Daar gaan we dan. ‘Ome Remco ik wil wel graag een groene Yoshi,’ instrueert Arjen zijn oom nog even. Ook ome Remco merkt nog even pedagogisch op dat het ook mis kan gaan en dat de kermismensen het expres moeilijk maken, zodat ze lekker veel geld verdienen: ‘dus Arjen we kunnen ook pech hebben.’

 
En pech hebben we, de gewilde groene Yoshi in kwestie, ligt behoorlijk dwars in het apparaat en na drie keer grijpen staan we zoals verwacht met lege handen. Chris legt zich er eigenlijk probleemloos bij neer, maar Arjen had toch echt hogere verwachtingen van de grijpkunsten van zijn oom. Het is echt heel zielig, je ziet het gezichtje betrekken, hij wist dat het kon gebeuren, maar hij had zo gehoopt dat het zou lukken en heel stil biggelen de tranen over zijn wangen. Ja dan ben je als moeder ook niet zo bot om te zeggen: ‘ik zei het toch’. Een kus en een knuffel en hij loopt teleurgesteld weer verder. Bij de fiets nemen we afscheid van ome Remco en fietsen weer naar huis. Het geval Yoshi wordt nog even aangehaald door mijn zoon en hij trekt de conclusie dat die kermismensen maar gemeen zijn, door het zo moeilijk te maken.


Wat wij niet weten en pas op zondagmorgen achter komen, is dat ome Remco nadat wij huiswaarts keerden gelijk nog een paar keer heeft geprobeerd om Yoshi te grijpen. Hij moet er zelfs speciaal voor zijn gaan pinnen, want we hadden allebei geen geld bij ons. Op zondagmorgen duwt hij mij in de kerk een plastic tas in handen met daarin een cadeautje. ‘Thuis pas openmaken, het is wel een oranje, die was makkelijker te pakken’ zegt ie erbij. Er zit zelfs een briefje op: Voor Arjen én Christoph én Yfke om samen (nadrukkelijk genoemd) mee te spelen. Helemaal in de gloria zijn ze ermee.

 
Nou dames van Nederland, deze schat van een broer heb ik in de aanbieding, wie biedt? Behalve een fantastische vent, krijg je ons er als bonus bij!

woensdag 24 oktober 2012

Docent, ook elke dag anders...


Behalve moeder van mijn drie draken/droppies, ben ik ook een soort surrogaatmoeder voor 24 stuiterende hormoonballetjes. Voor wie niet zo goed op de hoogte is van mijn ‘ins and outs’, behalve moeder ben ik ook nog eens docent geschiedenis. Ik ben een historica, of een hysterica, dat ligt er maar net aan op welk moment van de dag je mij tegenkomt of aan welke leerling je het vraagt. Ik ben in de bevoorrechte positie dat ik ‘onze toekomst’ het verleden mag bijbrengen. En dit jaar  heb ik het grote genoegen  mentor te zijn van 3HE, ook wel bekend als 3 HAVO klas E. Werkelijk een geweldig stel, heerlijk, ik kan er iedere dag weer van genieten als zij voor mijn neus zitten. Er valt geen les aan te geven, maar ooo wat zijn ze gezellig!

 
Ondanks het feit dat er geen les aan te geven valt, onthouden ze wel alles wat je zegt. Zo mocht ik onlangs proberen om de Great Depression van 1929 uit te leggen en daarmee het verband te leggen naar de opkomst van Hitler en zijn NSDAP. (voor de geinteresseerden onder u, ik geef ook prive colleges).

En als je dit goed wilt doen dan start je natuurlijk met het uitleggen van de historische datum 24 oktober, en dat is me een heuse historische datum, het lijkt wel of alles zich concentreert rondom die datum. Ik noem slechts een paar voorbeelden: 2005 Rosa Parks (weigert als zwarte vrouw om op te staan in de bus V.S. jaren ’60) overleden, 2003 de Concorde maakt zijn laatste vlucht, 1973 einde van de Jom Kippoer oorlog, 1945 oprichting van de Verenigde Naties, 1931 Al Capone veroordeeld, 1929 Zwarte donderdag, beurscrash New York, 1917 start van de Oktoberrevolutie in Rusland, 1632 geboorte van Antonie van Leeuwenhoek (groot Nederlands wetenschapper 17e eeuw), 1648 de Vrede van Munster wordt getekend en de 80-jarige oorlog komt ten einde en last but zeker niet least, 1979 – geboorte van ondergetekende.

 
Het ging mij in deze les om de beurskrach in New York, maar ik kon het uiteraard niet nalaten om even terloops te vermelden dat ook ik op deze historische dag ter wereld kwam. Dit was een gouden ingeving, want ik bood de leerlingen gelijk een fantastische kapstok om informatie aan op te hangen: de verjaardag van Mevr. Rousse is de dag van Zwarte Donderdag/beurskrach New York 1929. Dit konden ze zo prima onthouden. Mijn doel was bereikt, op de overhoring wisten ze mij allemaal feilloos deze datum te noemen. Mission accomplished, docent tevreden.

 
Ze hebben het zelfs zo goed onthouden dat ze gisteren probeerden misbruik van deze kennis te maken. Afgelopen gisteren was het namelijk 23 oktober en een aantal van mijn schatjes hadden de euvele moed gehad om 10 minuten te laat in mijn les te verschijnen. Daar zijn uiteraard consequenties aan verbonden. Die consequenties kunnen varieren van lijfstraffen a la Balthasar Gerards (voor de liefhebber, zie voetnoot 1) ) tot de verloren tijd in je eigen tijd in komen halen. Dit keer koos ik voor het laatste. Betreffend vijftal mocht na de les (zij waren uit en ik wist dat, gna gna) het gemiste uur inhalen. Om half drie sjokten zij heel wat bedeesder dan een uur eerder mijn lokaal binnen, namen plaats en begonnen onmiddellijk te werken. Helemaal in orde, tot op een gegeven moment de enige heer in het gezelschap zich realiseert dat het 23 oktober is en dat ik morgen ga verjaren. Met zoetgevooisde stem trekt hij mijn aandacht: ‘Mevrouw, mogen wij niet gaan, u bent immers morgen jarig en hebt vast ook nog wel meer te doen dan hier met ons te zitten?’ Dat is waar en kan ik niet ontkennen, maar ik doe net alsof ik alle tijd heb en graag in mijn vrije tijd extra aandacht aan hun besteed. ‘Ja mevrouw’, mengt zich een van de vier meiden in het gesprek, ‘u moet vast nog taart bakken enzo, want er komen vast veel mensen.’ ‘Als u ons nou laat gaan, dan kunt u ook lekker naar huis en dan beloven wij dat we de volgende keer op tijd komen,’ belooft nummer drie. ‘Ja en we zullen ook hard werken,’ voegt haar buurvrouw er aan toe.


Nu is het hek van de dam en het gesprek komt op gang. (Geeft ook eigenlijk niet, ze hebben echt goed gewerkt nu, maar het is leuk ze nog even te laten smeken). Ze willen echt graag naar huis nu, de heer in het gezelschap moet zelfs naar de kapper, toegegeven dat is ook geen overbodige luxe. Ze zetten  alle zeilen bij en nu begint de vleierij pas echt. ‘Mevrouw, hoe oud wordt u eigenlijk?’ ‘Nee, je moet vragen, hoe jong wordt u!’ Mijn standaard antwoord op die vraag luidt al jaren: ‘25’. Maar 3HAVO is ook niet gek en kan aan mij ook wel zien dat dat een leugen is, ze gaan gokken. De eerste gokt veel te hoog en wordt op een boze blik van mij getrakteerd. Vervolgens gaan ze associeren: ‘hoe oud is uw oudste kindje ook alweer?’ ‘6 en een half?’ ‘En hoe oud was u toen u moeder werd?’ ’26?’

‘Nou dan bent u nu waarschijnlijk 32 en wordt u 33, is hun conclusie.’ Helemaal juist, ik hoef me in ieder geval geen zorgen te maken over hun wiskunde.

 
Maar dan komt het, de enige man in het gezelschap laat zien dat hij in de leer is geweest bij zijn oudere broers: ‘Mevrouw, u ziet er geen dag ouder uit dan 28! Ik meen het! Mag ik nu naar de kapper?’

Ja ja, hij meent het. Lachend stuur ik het stel huiswaarts.


Maar o wee als morgen blijkt dat hij niet naar de kapper is geweest en mij alleen maar heeft lopen vleien om weg te komen, dan pas ik alsnog die lijfstraffen toe!


1)       Als eerst wordt hij opgesloten en met roeden geslagen, de pijn is verschrikkelijk en hij bloedt enorm. Maar hij spreekt niet. Dan hangen de beulen hem aan een balk, met aan iedere grote teen een zwaar gewicht, zo laten ze hem een poosje hangen. Uren gaan voorbij,maar hij spreekt niet. Vervolgens wordt hij van de balk los gemaakt en worden hem kleine schoenen van hondenleer aangetrokken. De schoentjes worden natgemaakt en ze zetten hem voor een heet vuur in de toren. Het leer wordt warm en krimpt om zijn voeten in elkaar. Het schroeit en lijkt alsof zijn voeten langzaam worden afgekneld. Maar hij spreekt niet. Ze komen met brandende toortsen en houden die onder zijn oksels, steken naalden en spijkers onder zijn nagels, maar hij zegt niets. Tot slot wordt zelfs de beul uit Utrecht erbij gehaald, maar Balthasar spreekt niet.

Op 13 juli wordt zijn vonnis uitgesproken, uiteraard de doodstraf, maar wel op zo’n gruwelijke wijze dat het een les voor velen moet zijn.

Op 14 juli 1584, 4 dagen na de moord op de Prins van Oranje, wordt Baltasar op de markt gevierendeeld, nadat men eerst de rechterhand, waarmee hij zijn daad heeft begaan wordt afgebrand. Na het vierendelen worden zijn lichaamsdelen aan de verschillende poorten van Delft gehangen als waarschuwing voor een ieder met dergelijke plannen.

dinsdag 16 oktober 2012

Vakantie noemen ze dat...


Ik heb vakantie. Dat wil zeggen, de school is dicht en ik mag niet komen werken. In ‘De Dikke Van Dale’ omschrijft men dat echter heel anders, de volgende uitleg kwam ik tegen in verschillende naslagwerken:

Vakantie is een verblijf buiten de woonomgeving voor ontspanning of plezier met minstens een (1) overnachting buitenshuis.

Of deze: periode van een aantal dagen waarin je vrij bent en niet hoeft te werken (noot van ondergetekende: ligt natuurlijk wel aan jouw definitie van werken…), of deze: rustpoos, reces. Op de een of andere manier heb ik toch het gevoel dat de definitie uit het woordenboek en mijn beleving van het fenomeen vakantie  mijlenver uit elkaar liggen. Voorzover ik het kan bekijken, heeft een moeder nooit vakantie en zeker een moeder niet die net als ik werkzaam is in het onderwijs of bewust gekozen heeft om thuis te blijven bij het nageslacht. (Die laatste soort verdient overigens echt de hoogst mogelijke onderscheiding).  

Maar goed, vakantie dus.

05.30  - Vanmorgen ging om half 6 mijn wekker, met de nadruk op mijn wekker, dat apparaat ging namelijk niet voor mij, maar voor mijn man. Frank moest zonodig vandaag een dagje in Keulen gaan werken, maar Frank heeft geen wekker, Frank heeft mij. Dus ik heb gisteren keurig de wekker gezet op de tijd dat mijn echtgenoot wenste op te staan. Toen het onmisbaar kleinood dan vanmorgen ongenadig hard afging heb ik zo snel mogelijk op het knopje geramd en Frank wakker geschud en gestimuleerd om op te staan en hem verwittigd dat vooral zachtjes te doen, omdat ik dan wel wakker was, maar nog niet wilde dat de 3 musketiers ook al ‘acte de presence’ zouden geven.

05.35 – Zo behoedzaam mogelijk strompelt Frank naar de badkamer waar hij uiteraard het licht aan doet (was mijns inziens niet perse noodzakelijk) en enthousiast de douche aanzet. Dit was fout nummer 2, (ik reken het licht aandoen als fout 1, want hij moet toch zo onderhand alles wel op de tast kunnen vinden). Het geklater van het douche activeert de zwakke blaas van mijn 2e mannetje, die naast de badkamer slaapt. Het is helemaal mis, Christoph komt kleddernat uit zijn bed. Nu moet ik dus ook uit bed, want je kan zo’n menneke niet in een nat pyjamaatje zijn eigen probleem laten oplossen, want dat schijnt zielig te zijn. Dus ik hijs mijzelf uit bed om Chris uit zijn natte nachtgoed te helpen, waarom zit dat altijd zo aan dat lijfje geplakt? Christoph wordt gelijk bij Frank onder de douche geschoven en ik haal het bed af en gooi gelijk de eerste was maar in de machine…op de turbostand dan kan de tweede lading er zo gelijk achteraan.

05.38 - Ik heb nog even de ijdele hoop dat ik hem zometeen fris gewassen in Frank zijn bed kan schuiven. Maar helaas, de douche doet zijn werk goed, want behalve fris van lijf en leden, is Chris ook helemaal wakker en vindt dat een reden om gelijk eens een goed gesprek te beginnen: ‘mama, nog maar drie nachtjes slapen en ik ben jarig.’ ‘Ik ga vast een nummertje doorkrassen’. (Wij tellen de dagen af op een kaart, even voor de duidelijkheid). ‘Nee Chris het is nog heel vroeg, ga maar even in papa’s bed liggen, mama komt ook nog terug in bed.’ Maar hij wil niet in papa’s bed, hij wil naar beneden.

05.40 – En jahoor, het kon niet uitblijven, daar hebben we het zusje: ‘mama, mama’ uittebed, tapata uittebed, pop uittebed, mouse uittebed.’ Helaas is  dit nummer 2 vanmorgen, ook klaarwakker en geactiveerd door haar broertje die de magische woorden ´ ik ga televisie kijken´ gebruikt heeft. Dus in plaats van mij richting mijn nog zo lekker warme bed te begeven, loop ik naar de kamer van mijn dochter. Ook die heeft haar blaas geleegd, gelukkig draagt deze nog een luier, maar die weegt ondertussen bijna een kilo en ook deze jongedame nemen we dan gelijk maar even onderhanden. Om niet al teveel in detail te treden, binnen een kwartier na het afgaan van de wekker had ik twee kinderen aangekleed, een bed verschoont, de wasmachine aangezet, een was van de lijn gehaald (want daar moet zo die andere was aan), twee bekers drinken en eierkoeken geserveerd en ook gelijk de vaatwasser maar uitgeruimd, want daar zaten die bekers in.

05.45 – Ik kruip terug in bed, hopend dat ze braaf naar de TV blijven staren, maar dat doen ze natuurlijk niet. Binnen een kwartier klimt Yfke met eierkoek en al mijn bed in, (grrr kruimels) en begint ook al een heel gesprek, (waarom lijken die kinderen toch zo op mij). Als ze toch eens iets meer hadden van hun vader en grote broer dan bleven ze lekker slapen.

06.00 – Frank vertrekt.

06.15 – Frank komt weer terug, krijgt de tomtom niet aan de praat en moet de route op internet opzoeken en overschrijven, want onze printer is kapot.

06.30 – Frank vertrekt voor de tweede keer en de wasmachine geeft met een hard gepiep aan dat ie klaar is en omdat ik door Chris zijn bedplasserij een hoop te wassen heb, kom ik gelijk maar weer in actie. Schone natte was eruit, vieze natte was erin en dan maar gelijk even ophangen, uitstellen heeft geen zin, het moet toch gebeuren. Omdat Yfke overal achter mij aanloopt, is zij nu ook op zolder en niet te beroerd om Arjen even te wekken: ‘Ajje uittebed’. En we zijn compleet, nou ja, compleet is niet het goede woord, want Frank is ondertussen toch echt naar Keulen vertrokken. We zijn allemaal wakker. Jammer hoor, het is toch vakantie? Arjen is gelukkig zo zelfstandig dat ie met zus en al naar beneden verdwijnt en zichzelf voorziet van drinken en eierkoek. Ik kruip weer in bed, laat zonder enig gewetensbezwaar Arjen ‘in charge’ met als gevolg dat om 07.00 boven op zolder de K3disco geopend wordt en er drie kinderen dansend en zingend boven mijn hoofd te keer gaan. Aangezien het volume  een acceptabel niveau heeft, kan het me niets schelen en ik blijf lekker liggen.

08.00 – Het is nu toch wel wenselijk dat ik uit bed kom, ik kan ze toch niet maar ongevoederd boven laten. Het gaat eigenlijk best goed, maar de moeder in mij zegt mij toch dat ik toch echt in actie moet komen. Vooruit dan maar, onder de douche…en aan het werk.


En dat klopt dus niet met de definitie van ‘vakantie’, In je vakantie hoef je volgens Van Dale niet te werken. Ik heb er voor mijn gevoel al weer een halve dag werk op zitten.

Dit is dus niet het idee dat ik bij vakantie heb…dan zou je mijns inziens in bed kunnen blijven liggen en langzaam bij kunnen komen, je verdiepend in een goed boek (hier momenteel: In Europa – Geert Mak) en dan als het toch echt niet langer kan, jezelf aanmoedigen om te gaan douchen. O wat mis ik dat, sinds ik kinderen heb. Ik ben altijd vroeg wakker, dat vind ik niet erg, maar ik vind het heerlijk om dan met een goed boek in mijn warme bedje te blijven liggen.

 
Tegenwoordig doe ik dat dan maar ’s avonds, maar dat is lang zo lekker niet als ’s morgens vroeg. Gelukkig is er voetbal vanavond, dus Frank mist mij niet eens als ik om 20.00 mijn bed in kruip en reken maar dat ik dat doe straks. Geert Mak en ik kruipen vroeg onder de wol.

maandag 8 oktober 2012

Van draak tot droppie


Ach gossie, daar zat ie dan, op z’n stoeltje in het kringetje. Wat kan je moederhart dan toch opeens weer smelten. Christoph is vanmorgen voor het eerst gaan wennen in de klas bij juf Wil…en ooo wat heb ik uitgekeken naar deze dag. Want zo lief en schattig als ik hem tien minuten geleden achterliet, zo dwars en eigenwijs en strontvervelend was hij de afgelopen weken in huis. Het is dat wij geen behang hebben en dat het zo’n werk geeft, maar ik had hem er met liefde achtergeplakt.

 

Wat een dwars varken, hij kan me echt tot grote woede krijgen! Met als toppunt het feit dat meneer ook vertikt om het woord ‘sorry; te gebruiken. Afgelopen vrijdag , zijn laatste ochtendje thuis, heeft hij om die eenvoudige reden, anderhalf uur op de onderste trede van de trap gezeten, want hij weigerde om ‘sorry’ te komen zeggen. Wellicht was dit pedagogisch gezien onjuist, (je moet ze toch altijd hun leeftijd + 1 minuut apart zetten?) maar ik voelde de afdruk van zijn kaplaars nog tegen mijn wang en was weinig vergevingsgezind. Dus anderhalf uur, hij bofte dat we ie perse mee moest om Arjen op te gaan halen, anders had ie er misschien 3 uur later nog gezeten.

 

Misschien is een uitleg over het ‘hoe en waarom’ van deze actie wel op zijn plaats, het verklaart in ieder geval de vreugde die ik vanmorgen voelde. Meneer was zo als gebruikelijk de afgelopen weken zijn zus weer eens aan het plagen. Yfke loopt graag wat met Bumba in de buggy rond te drentelen, Bumba eruit, pop erin, pop wat drinken etc. Christoph heeft de nare gewoonte om dan ‘gewoon’ even die buggy af te pakken, of Bumba even naar de andere kant van de kamer te slingeren, gewoon omdat ie het kan en omdat zijn zus dan zo lekker begint te gillen. Ik dreigde al dat hij niet naar de peuterspeelzaal mocht ’s middags, maar dat is een gevaarlijk dreigement, want stel dat…dan heb ik hem dus de hele middag zelf thuis. Ik heb alleen mezelf met dat dreigement.

Maar meneer hield niet op. Op gegeven moment hoor ik weer het zusje krijsen en ik lokaliseer onmiddellijk de oorzaak hiervan op de bank. Christoph is er wederom vandoor met niet een, maar beide Bumba’s en Yfke gaat helemaal uit haar stekkertje en gilt op een heel hoog toontje: ’Nee Titof, nee tapata ( dit betekent bumba, wij weten ook niet waarom) nee boos.’ De ontvoerder van de twee Bumba’s ligt met zijn buit op de bank en ik ben het nu echt goed zat. Ik loop naar hem toe en wil hem even stevig bij zijn bovenarmpje grijpen (tip van mijn schoonmoeder, deed zij vroeger altijd bij de kinderen) maar meneer mijn zoon heeft zijn kaplaarsjes nog aan en schopt met zijn beentjes vol in mijn gezicht. Waar ik eerst nog boosheid speelde, nu is er van enige vorm van acteren geen sprake meer en ben ik echt kwaad. Daarbij, de tranen staan me in de ogen, want dit doet ook echt zeer. Ik grijp hem bij zijn kladden en deponeer hem op de gang: ‘Zo, je mag pas terugkomen als je sorry zegt.’ In de hoop dat dit werkt.

 

Bij Arjen werkt dit altijd als een tierelier, die roept bij wijze van spreken al sorry voordat ie op de gang is, zoniet bij Christoph. Christoph heeft zijn trots en is nu zwaar beledigd vanwege deze behandeling.

Hij begint eerst te schreeuwen en vervolgens begint hij met allerlei voorwerpen tegen de deur te smijten. Ik negeer alles. Dit werkt averechts op Chris, want hij gaat nu op zoek naar andere manieren om zijn ongenoegen te laten blijken. Ik hoor hem mopperen achter de deur, hij schopt er eens tegen aan en doet dan vervolgens de deur open en kijkt mij heel kwaad aan. Ik sta op, loop naar de deur en vraag: ‘Wil je soms wat zeggen?’ Nee hij wil niets zeggen. ‘Dan ga je weer terug, je moet eerst ‘sorry’ zeggen.’ En ik doe de deur weer dicht. En Chris gooit hem weer open. Dit gaat zo echt een hele poos door, hij gooit de deur open en ik doe hem weer dicht. Yfke is ook niet te beroerd om het vuurtje nog wat verder op te stoken en stapt ook driftig richting de gang: ‘Titof tout’.

Hij moet het toch ooit opgeven? Maar om half 12 als wij toch echt richting school moeten, zit hij er nog steeds. Zonder iets tegen hem te zeggen, steek ik hem in zijn jas en laarzen, die had ie inmiddels uitgetrokken om er mee tegen de deur te kunnen smijten en zet hem in de auto. Op school wil hij er niet uit, hij blijft boos in zijn stoeltje zitten en wacht tot zijn zus en ik met zijn broer terugkomen. En dan gebeurt het. Arjen begint een verhaal te vertellen over het wetenschappelijke experiment (slakkenrace) dat ze die morgen bij biologie hebben uitgevoerd en opeens is meneer een en al aandacht. Hij wil precies weten welke van de drie slakken de snelste was. Waar het knopje in zijn hoofd precies omging weet ik niet, maar toen we weer thuis kwamen was meneertje weer ‘on speaking terms’ met mij. Het hele strafgebeuren is ie vergeten. Draak dat ie er is.

 

En zo gaat het dus al weken, hij is overduidelijk toe aan school. Vandaag voelde echt als bevrijdingsdag, we keken er allemaal naar uit: Chris zelf natuurlijk omdat ie eindelijk naar de Regenboog mocht, Arjen, omdat die het wel stoer vond om zijn kleine broertje uit te leggen hoe alles werkt op school, Yfke omdat ze nu eindelijk overal mee kan spelen, zonder dat Chris de dingen afpakt of stukmaakt of gewoon in d’r weg loopt, maar vooral mama, omdat ik nu niet meer tig keer op een dag moet waarschuwen en straf moet uitdelen.

 

En daar gingen we dan vanmorgen vroeg, nu niet met een rugzakje, maar met twee, allebei gevuld met een beker ranja en een appeltje. Christoph heeft nog nooit zo snel zijn schoenen en jas aangehad als vanmorgen. Met zijn rugzakje om stond hij al klaar bij de fiets. En dan zit zo’n mannetje opeens in zo’n grote klas op zo’n klein stoeltje in de kring. Opeens is het dan weer zo’n lief schattig ventje. Echt een droppie, de kleinste van de klas. Helemaal opgetogen. Ik zwaai hem nog een kushand toe en krijg ik tien terug. Yfke zwaait ook dapper mee. Het is zover. Christoph is naar school. Nou ja, een ochtendje dan, we zijn nog in de wenfase, ’s middags mag ie nog lekker thuis uitrusten van de juf. Nou mooi niet dus. Ik heb de peuterspeelzaal nog niet opgezegd, dus vanmiddag gaat ie mooi nog een keer op pad! Gewoon voor de zekerheid…en de lieve vrede…

vrijdag 28 september 2012

Van ruilen komt huilen

Soms is het niet leuk om gelijk te hebben. Nou en dat is heel wat uit mijn mond. Iedereen die mij een beetje kent, weet dat ik graag gelijk heb / krijg. Dat begon al vroeg, mijn vader en ik hebben heel wat weddenschappen gehad om van alles en nog wat. Ik weet nog goed dat mijn moeder en broertje gek werden van de ruzies aan tafel 's avonds. Het is zelfs een keer voorgekomen dat we ruzie hadden over welk huisnummer het hoekhuis in de Eemsteyn te Werkendam had. (We werkten allebei bij de PTT) Hij zei 10 en ik wist zeker, het was 12. Nog voor het toetje zijn wij in de auto gestapt om te controleren wie er gelijk had. Ik dus! We hadden er zelfs 100 gulden  opgezet, zo zeker waren we ervan. (nu ik erover nadenk, die 100 gulden heb ik nooit gekregen...).
Maar goed afgelopen week had ik dus weer eens gelijk en dit keer voelde dat niet zo prettig.

Even de voorgeschiedenis:
Aan het begin van het voetbalseizoen heeft de plaatselijke supermarkt bij ons altijd een spaaractie die verband houdt met de 18 eredivisieclubs. Ik doe daar dan verplicht mijn weekboodschappen, zodat ik mijn oudste zoon en ook zijn kleine broertje blij kan maken met die 'gadgets'.  Dit jaar zijn het knikkers en allerlei onderdelen van een knikkerbaan. Arjen schakelt ook alle buren in om mee te sparen en ik moet op hem wachten met het doen van mijn wekelijkse inkopen, zodat hij voor bij de winkel de knikkers kan vragen aan mensen die ze niet sparen. Vervolgens wordt er op school flink geruild met de dubbele exemplaren.

En met dit ruilen ging het mis. Niet voor niets bestaat er een gezegde 'van ruilen komt huilen', en Arjen heeft dat afgelopen dinsdag aan den lijve ondervonden.
Onze stamhouder was in het rijke bezit van een hele zeldzame 'glow-in-the-dark' eredivisieknikker. Deze knikker was heel geliefd en vele jaloerse blikken waren gevestigd op deze knikker. Je zou denken dat Arjen deze knikker koestert, maar niets is minder waar. Een klasgenootje bood hem 8 knikkers aan in ruil voor die ene speciale glowknikker. Arjen vond het prima.
Pedagoog als ik dan toch weer ben, zei ik nog: ´Weet je het zeker, dan krijg je hem niet meer terug, word je dan niet verdrietig`.

Nee hoor, hij werd niet verdrietig, hij kreeg er toch 8 voor terug, dat was veel meer!
OK dan, zelf weten, mama heeft gewaarschuwd...

Maar afgelopen dinsdag escaleerde het helemaal op de buitenschoolse opvang. Arjen wilde zijn knikker terug, had daarbij de juf ingeschakeld en omdat die het verhaal ook niet helemaal kon volgen, kreeg Arjen zijn knikker terug. Toen was het klasgenootje natuurlijk woedend, want ze hadden eerlijk geruild. De leidster op de BSO heeft waarschijnlijk gedacht, ´hier ga ik mijn vingers niet aan branden, wacht maar op jullie moeders´ en het tweetal heeft vervolgens de rest van de middag boze blikken uitgewisseld in afwachting van de mama´s.

Toen ik dan om 17.30 arriveerde stond mijn zoon al klaar in de gang, dat is op zich al bijzonder, want hij wil juist nooit mee naar huis. Ik wilde hem al prijzen voor deze grote mate van medewerking, maar achter hem aan kwam ook gelijk het klasgenootje met moeder (die natuurlijk ook niet wist wat ze nu moest).

Om dit lange verhaal kort te maken, heb ik de 'glow-in-the-dark' eredivisieknikker aan het klasgenootje teruggegeven. Maar ondertussen stond mijn zoon te huilen en te tieren en was uiteraard niet vatbaar voor het zinnetje: ´zie je wel, ik had je toch gewaarschuwd´. Wat natuurlijk op zo´n moment ook een enorme dooddoener is, maar ja, ik had wel gelijk.

Maar het was nu niet zo leuk om gelijk te hebben. Arjen heeft nog bijna een uur met intens verdriet op de bank gelegen. Uiteindelijk vond ik het zo zielig dat ik hem na het eten meegenomen heb naar de supermarkt en vervroegd mijn boodschappen ben gaan doen. Ik vond hem zelfs zo zielig, dat ik speciaal gezocht heb naar producten waarbij je extra knikkers en baanonderdelen kreeg.

Na de boodschappen keer ik huiswaarts met een gelukkige zoon en vaatwastabletten voor de rest van het jaar! Alleen die  'glow-in-the-dark' eredivisieknikker, die heeft ie nog steeds niet, dus mocht iemand die hebben en aan mijn zoon willen afstaan, u weet ons te vinden.

Trampimole


23 apr 2009, 21:27

Afgelopen zondag moesten wij naar de verjaardag van ons nichtje Lieke. Arjen verheugde zich daar enorm op en wel om de volgende twee redenen. Uit zijn motivaties blijkt gelijk zijn huidige peutermentaliteit, namelijk het ik-gerichte.
Hij wilde graag naar Lieke om de volgende reden: ten eerste omdat hij weet dat hij kort na Lieke jarig is, dus Lieke kon hem niet snel genoeg jarig zijn. Ten tweede woont Lieke bij tante Yvonne. Arjen gaat graag naar tante Yvonne. Helaas voor Yvonne is het hem niet om haar te doen, maar wel om de trampimole.

Toen ik deze afgelopen zondag morgen aan hem vertelde dat we vandaag eerst naar de kerk zouden gaan en daarna naar tante Yvonne heeft hij mij er gedurende de hele kerkdienst aan herinnerd. En gunde hij mij ook mijn kopje thee naderhand niet. We moesten naar huis om papa en Christoph te halen, want we moesten naar tante Yvonne (en de trampimole).

Gelukkig bepalen wij hier nog wel iets zelf, anders waren we daar wel heel vroeg geweest, maar uiteindelijk arriveerden wij dan toch in de biesbosch. Waar, tot Arjens grote teleurstelling geen trampimole meer was. Ome Dik had in zijn bezorgdheid om alle neefjes en nichtjes, zeer wijs besloten om de trampoline niet op te zetten.

Dit was voor onze zoon een absolute domper , niets kon zijn dag nog goed maken. Geen trampimole...hoe haalt ome Dik het in zijn hoofd. Herhaaldelijk vroeg hij of wij ome Dik dan niet even konden vertellen dat hij op de trampimole wilde. Maar nee hoor, het feest was voor Arjen voorbij.

Dus als iemand nog niet weet wat ie het mannetje voor zijn verjaardag moet geven...een trampimole...en een huis met een grotere tuin voor papa en mama, want dat ding moet toch ergens staan.

Buurman Bolderbast


18 aug 2009, 17:12

Ken je hem nog? Buurman Bolderbast van Donald Duck? Altijd boos op Kwik, Kwek en Kwak. Nou wij hebben er hier in Dalem ook een en da's maar goed ook.

Zoals in menig gezin gebruikelijk is, nuttigen wij des avonds gezamenlijk een warme maaltijd. Hiervoor wachten wij braaf tot papa gearriveerd is uit zijn werk. (Daar blijft hij extra lang, want dan kan hij uitrusten van onze vermoeiende vakantie).

Maar als dan onze pater familias thuis arriveert, gaan wij aan tafel. Dat wil zeggen, Frank en ik gaan aan tafel en ook Christoph is in zijn stoel van de partij. Het probleem van onze maaltijd zit 'm in Arjen. Arjen heeft een structureel probleem met avondeten. Hij doet het niet. Al sinds hij een jaar is weigert meneer om ook maar iets in zijn mond te stoppen dat warm is. Brood is geen probleem, fruit idem dito, maar warm eten, no way!

Nu zit er langzamerhand wel enige vooruitgang in. Na negeren, dwingen, belonen en noem alle trucjes maar op, wordt er min of meer gegeten.

Maar gisterenavond stond de maaltijd hem totaal niet aan. Spinazie, aardappelen en verse worst(je hoeft mij er ook niet wakker voor te maken) maar toch geen ongewone maaltijd.
Arjen weigerde te eten. Alleen de komkommer ging naar binnen.

Toen wij allang klaar en van tafel waren, zat hij er nog. Hij weet ondertussen dat hij niet van tafel mag voor het op is. Dat kan hij niet uitstaan, dus dat werkt.
Maar in een fractie van een seconde dat ik even met Christoph bezig was, smeerde meneer 'm de voordeur uit. En dan kan hij hard lopen...

Nu kom ik op de titel van mijn verhaal. Aan de overkant van de straat woont buurman Henk. En buurman Henk is een hele aardige man. En toen hij gisteren dat kleine kereltje met een noodgang over de stoep zag rennen, gaf hij een enorme bulderkreet. iets in de trant van: ' Waar ga jij naartoe?'
Onze zoon, opgevoed met de gewoonte dat je altijd netjes antwoord moet geven, staat gelijk stokstijf, onder de indruk, stil en antwoord beleefd, dat hij aan het weglopen is.

Inmiddels was ik ook al buiten om de ontsnapte peuter te vangen.
Bij deze mijn dank aan de buurman, anders had ik weer het halve dorp af moeten zoeken

fiets 'em erin


7 okt 2009, 21:43

Vandaag gingen mijn zoons en ik, tussen de buien door , een stukje wandelen. Onze standaardroute via het voetbalveld van GJS naar de speeltuin in de Merwedonk en weer terug.

Sinds kort mag Arjen mee op zijn fietsje. Dit omdat moeders hem genoeg vertrouwd en hij een genetische angst voor gevaar heeft geerfd van zijn vader. Dus bij iedere auto, die binnen een straal van 100 meter komt, stapt mijn zoon al van zijn fietsje en gaat achter mijn brede gestalte staan.

De wandeling verliep zoals altijd heel voorspoedig. Arjen wachtte braaf met oversteken en onderweg brachten wij gelijk even een enorme lading kinder- en positiekleding naar de verzamelcontainer, (zodat de vrouwen in Roemenie nu ook heerlijk in deze oncomfortable outfits kunnen zwangeren).

Kort daarna sloeg echter het noodlot toe. Onze zoon vindt zichzelf al een hele wielrenner, hij kan namelijk heel hard fietsen. Maar het probleem is dat hij niet kan remmen. Meestal gooit hij zijn voeten maar op de grond en staat dan na een metertje of 5 wel stil.

Af en toe kijkt hij eens achterom of ik wel de door hem gekozen route volg, maar dat ging vandaag even mis.

Al racend keek hij links over zijn schoudertje en je snapt het al, hij stuurde tegelijkertijd ook naar links. En laat de gemeente Gorinchem daar nou net een sloot hebben aangelegd.

U voelt 'em al aankomen natuurlijk. Met een behoorlijke vaart reed mijn zoon met fiets en al de sloot in. En ik niet in staat om zo snel de overbruggende 15 meter af te leggen zag hem over zijn stuurtje heen in de moddersloot belanden.

Uiteraard sloeg mijn moederhart een slag over, maar onze peuter stond gelukkig al gauw weer aan de rand. Het is daar blijkbaar niet diep, dus kon hij staan.

Daar stond hij huilend van de schrik tot zijn oksels in het water. Hij nat en fiets verdronken.

Na hem weer op het droge te hebben geholpen , heb ik ook de fiets weer uit het water gevist, beide zaten onder het kroos en allerlei waterige, natte plantenslierten en vooral veel modder.

Zoonlief had ook zijn winterjas nog eens aan, dus ook die had zich lekker volgezogen met water.
Al met al werd de situatie nu toch wel komisch en moest ik mijn lachen inhouden, want Arjen zag er absoluut de humor niet van in. Christoph trouwens ook niet, want die bleef stoicijns om zich heen kijken.

Met een kletsnatte zoon en vieze fiets (dat vond ie echt nog heel erg ook, 'we moeten de fiets helemaal schoonsfuiten, mama') sjokten we terug naar huis.

Pas toen we thuis waren en ik hem helemaal uitgekleed had, kon hij lachen om het feit dat er nog heel veel water uit zijn laarsjes kwam.

In bad bleek dat onze zoon al een sterke fantasie heeft. Oma werd gebeld om deelgenoot te maken van dit avontuur en meneer wist te vertellen dat ie een plompeblad op zijn hoofd had gehad. Dit geheel niet conform de waarheid. De kikker en waterlelie ontbraken alleen.

Maar gelukkig, eind goed, al goed. Toen zijn vader thuiskwam werd het verhaal bij het naar bed brengen nog even uitvoerig besproken door vader en zoon en ze hebben afgesproken, dat ze vrijdag, als papa er de hele dag is, samen gaan leren hoe je moet remmen.

Want fietsen is leuk, als je maar weet hoe te remmen...

 

30


1 nov 2009, 19:19

Daar zit je dan, 30 jaar oud, ik begrijp niet waarom iedereen er zo'n ophef overmaakt. Grijze haren had ik al toen ik twintig was, strak lijf eh? We zijn twee baby's verder. Rimpels, dat staat ervaren, kom maar op. En volgens de sportschool was ik in uitstekende conditie, dus niks aan de hand.

Maar hoe dan ook. Manlief vond dertig wel een gelegenheid om eens flink uit te pakken en dus stond er een heel verrassingsprogramma op stelten. Mijn moeder en broer waren in het complot betrokken. Zelfs vrienden uit de kerk hebben tegen mij moeten liegen.

Hij had namelijk kaartjes voor de nieuwe voorstelling van Jochem Myjer (via Remco's adres, want ja wie maakt thuis de post open?) in Wageningen, inclusief een overnachting in een hotel midden in het bos. Hartstikke leuk natuurlijk. Zij het dat ik dit al anderhalve maand van te voren wist. maar dat wist hij weer niet. Kun je dit nog volgen?

Het zit namelijk zo. Via internet en de zoekgeschiedenis van google had ik echt per ongeluk deze dingen al ontdekt. Dus ik was al een poosje op de hoogte. Maar ik wist echter niet alles...

Vrijdag 23 oktober zou het gaan gebeuren, zoveel had ik al wel ontdekt, maar ik had niet verwacht dat we al 's middags zouden vertrekken, dus ik had met vrienden een afspraak gemaakt om 's morgens en 's middags met onze kinderen naar een binnenspeeltuin te gaan in Breda. Ik had Arjen al helemaal lekker gemaakt en vanalles beloofd toen hij 's ochtends uit bed kwam. En toen kwam om 12 uur mijn moeder aanzetten met d'r slaapkoffertje. Ik voelde mij en hele slechte moeder nu, want ik moest het arme jong gaan vertellen dat we niet naar Joepie konden gaan. Na de nodige traantjes en een nieuwe belofte dat we gauw echt zouden gaan, konden wij weg.

Ondertussen wist Frank nog steeds niet dat ik het allemaal al wist. En ik heb gewoon net gedaan alsof ik van niets wist.
We hebben eerst heerlijk een paar uur door het bos gewandeld en zijn toen in Wageningen gaan eten. (Frank: Dat is toch leuker dan in het hotel, Cin? Jahoor schatje, komen we daar ook eens... )

In Wageningen aangekomen zag ik de bordjes Theater al hangen en heb ik hem daar maar in de buurt laten parkeren, onder het motto, dan hoeven we straks niet zo ver terug te lopen, wist hij veel dat ik dat al wist.

In Wageningen voerde hij ook nog allerlei smoezen aan, om mij naar dat theater te krijgen,
Frank: Mischien zit er ook wel een bioscoop, dan kunnen we een filmpje pakken, anders zitten we ook maar op die hotelkamer
En ik, kreng dat ik ben: Nee hoor, daar zit geen bioscoop, dat zag ik toen we net langs reden...
Frank: Volgens mij wel... kom op even kijken, wat wil je anders doen?

Maar ik heb genoten van alle onzin die hij maar bedacht om mij onwetend te houden. Uiteindelijk heb ik in de foyer van het theater maar verteld dat ik het al even wist. Toen vond ik het wel een geschikt moment. Frank was even hevig teleurgesteld, maar na een kopje koffie was dat ook weer over.

Maar de voorstelling is aan te raden, we hebben ontzettend gelachen en genoten van het feit dat we niet om zes uur 's morgens al kleine kereltjes in ons bed hebben.


zwarte piet weet alles


Vorige week woensdag moest ik even in het piazza centrum zijn. Dus na de nodige voorbereidingen, jassen, schoenen, sjaals, wanten, mutsen, wil ik de deur uitstappen. Uiteraard moet er op dat moment eentje plassen, dus we voeren het hele aankleed ritueel in omgekeerde volgorde weer uit.
Na 3! druppels hijsen we alles weer in de kleren en kunnen we gaan.

Gelukkig hebben we vandaag de auto , want ik heb Frank vandaag gedwongen om zich door mij te laten brengen. Ik zag mijzelf alweer met twee ongedurige kinderen een hele dag binnen zitten, het was namelijk prutweer.

Hoe dan ook, in het piazza centrum aangekomen, lopen wij recht in de armen van Sinterklaas en een horde Zwarte Pieten. Goede moeder als ik ben, hou ik mijn kids op afstand. De zwarte Pieten waren cadeaus aan het uitdelen en het leek mij logisch dat die waren voor kindertjes die daar een tekening of wat ook gebracht hadden. Dus met zachte dwang sleep ik mijn kinderen mee naar het kruidvat, wij hadden immers geen tekeningen of wat ook.

Op de terugweg moesten wij echter toch weer langs de goedheiligman en loop ik een bekende tegen het lijf. (ja, Simone ik heb het over jou). Aangezien wij beiden snel verleid zijn tot geklets, beginnen we daar onmiddellijk mee.
Ondertussen kijken mijn kinderen op hun gemak naar de Sint.
Simone attendeert mij op de hoofdpiet, "leuke piet he?". Ik kijk eens goed om daar wellicht haar echtgenoot in te herkennen. (kon ik me overigens niet voorstellen), Laat nog een hele lading wederzijds bekende personen de revue passeren, maar nee, ik herken de man niet. "Is mijn vader".

O ok, dan geeft het niet dat ik hem niet herkende, want ik ken Simones vader niet. De Piet in kwestie komt op ons af en begint tegen ons te praten. Opeens maakt hij mij het verwijt dat ik 's morgens altijd zo lastig ben in de trein met mijn fiets. Ik totaal verbaasd probeer door de schmink heen, deze meneer te herkennen.

Wat blijkt: drie dagen per week reizen wij met dezelfde trein naar het werk (hij overigens ook met zo'n lastige fiets ). En we maken weleens een beleefd praatje. Wist ik veel dat hij Simones vader was.

Uiteraard is mijn zoon ook niet gek en op de terugweg in de auto vraagt het pientere joch of ik die zwarte piet ken. Dat vindt hij uiteraard vreemd, want Pieten wonen in Spanje en wij niet. Dus na mijn uitleg...die zal ik je besparen... vertelt hij iedereen dat mama iedere dag met zwarte Piet in de trein zit.

Je moet wat vertellen, om de tere kinderzieltjes te behoeden...!


zegeltjes sparen en zakgeld geven


27 jan 2010, 22:12

Je kunt natuurlijk overal zegeltjes sparen. Bij de pomp, bij de schoenenwinkel, bij de groentekraam op de markt en in de supermarkt kun je momenteel wel drie verschillende soorten zegeltjes sparen.

Ik doe daar nooit aan mee. Ten eerste omdat ik koopzegels een stomme uitvinding vind. En de andere zegels raak ik altijd kwijt. Maar nu ben ik om.

Bij de Plus supermarkt kun je zegeltjes sparen voor een of ander knuffelbeestje met een sjaal om in het kader van de olympische spelen. Midden in de winkel staat een grote ton met allemaal van die beestjes. En als je 30 bent loop je daar gewoon langs, maar als je 3 bent, is dat natuurlijk prachtig en wil je die hebben. Zo ook onze zoon.

Dus leg ik hem precies uit hoe dat moet. Mama krijgt zegeltjes bij de boodschappen en die moet je dan sparen en op een kaartje plakken. En als je kaartje vol is dan mag je in de winkel een knuffeltje gaan uitzoeken. Zo gezegd, zo gedaan. Inmiddels hebben we het felbegeerde beestje bij elkaar gespaard.

Maar daar blijft het niet bij... onze oudste telg loopt elke keer als wij boodschappen gaan doen eerst voorbij de marskramer en daar staat echt al maanden een mand buiten met daarin de blauwe helikopter uit de Carsfilm. En hij is helemaal verliefd op dat ding. Daar moeten we altijd even een momentje bij stil blijven staan om ons te vergapen aan dat mooie vliegmachien.

En hij vertelt mij iedere keer dat hij die o zo graag wil hebben. Maar ik ben een goede moeder, ik geef mijn kinderen niet alles wat ze willen. (We zien in de huidige maatschappij wat voor kinderen je daar van krijgt). Dus ik heb hem vertelt dat hij daar dan maar voor moet sparen.

In het kleine blonde koppie werd toen een verbinding gelegd met kleuterlogica. 'Dan moeten we nog meer zegeltjes sparen,' was zijn redenatie.

Ik heb het mannetje even uitgelegd dat we dit niet met zegeltjes konden sparen, maar dat je dan geld moest sparen in je spaarpot. En dat begrip kent ie ook. Spaarpot...hij had alleen nog nooit de link gelegd, waarom je daar eigenlijk geld in moet doen.

Dus leg ik hem uit dat als je genoeg geld in je spaarpot stopt, dat je dan de Cars helikopter kan kopen.

Zijn simpele oplossing luidde dan ook als volgt: 'Mama, dan moet jij mij centjes geven om in mijn spaarpot te doen'.

Conclusie van dit verhaal: Mijn zoon wil zakgeld!
Misschien wel wat vroeg, maar jong geleerd is, oud gedaan! Wie weet kunnen we binnenkort
eindelijk de felbegeerde helikopter verwelkomen. Als ze hem dan nog maar hebben.


Psoriasis Guttegut


22 feb 2010, 18:29

O?

Dat was mijn eerste reactie afgelopen woensdag bij de dermatoloog. Nietsvermoedend ging ik, doorgestuurd door de huisarts, even naar de dermatoloog om te horen dat mijn vlekjes gewoon een allergische reactie waren en dat ze met een paar weken weer verdwenen zouden zijn.

Maar de beste professor was nog niet binnen of hij zag het al. Zijn eerste vraag was: 'Komt er psoriasis in jullie familie voor?' Waarop ik nog antwoord dat er vanalles in onze familie voor komt, maar geen psoriasis.

De dermatoloog antwoordde dat ik dan de eerste was. Toch leuk, ben ik ook eens ergens de eerste mee.

Voorts deelde hij mee: 'psoriasis is een erfelijke aandoening die 1 op de 50 mensen hebben, maar het komt slechts bij enkelen tot uiting. Bij combinatie van ontstekingen aan de luchtwegen (die heb ik dus gehad) en drukte (dat is mijn tweede naam) komt het soms naar buiten.
Voluit heet het Psoriasis Guttata, ofwel Druppelpsoriasis. Het houdt in dat ik over mijn hele lijf (dat klopt) ongeveer muntgrote rode vlekjes heb, die schilferen en jeuken (ook dat klopt).'

De komende weken mag ik op kosten van het ziekenfonds twee keer per week in de UVcabine, in de hoop dat de plekjes wegtrekken. Bijkomend voordeel is dat ik de komende tijd al lekker bruin zal worden, terwijl de rest nog even op de zon moet wachten.

's Avonds bel ik met mijn moeder om het nieuws even te melden, bleek ik helemaal niet de eerste te zijn in de familie. Bij deze dus een waarschuwing voor al mijn hyvende 'van Schaik' familieleden. Oma van Schaik had het. De kans dat jullie het hebben is 50%.

Omdat ik jullie deze informatie niet wilde onthouden en ik het zo onderhand al ? keer heb uitgelegd, zet ik het ook maar even in een blog. Dat scheelt een deel van mijn bekenden weer uitleg geven.

Ik trek ondertussen ook aardig wat bekijks. In het zwembad met mijn zonen, op Schiphol, bij de bakker, in de kerk. Nog een bijkomend voordeel, ik word wel door iedereen bekeken / aangestaard. Wat wil je nou als vrouw nog meer?


Kabouters


1 mei 2010, 17:07

Arjen heeft een vriendje, Ferre. Het zijn echt boezemvrienden al vanaf hun jongste jaartjes

Ferre is de zoon van vrienden van ons, de mannen schelen maar 2 maanden en hebben 4 jaar lang wekelijks bij dezelfde oppas gezeten. Tijdenlang was Ferre Arjen de baas . Hij is wat steviger gebouwd en doordat hij al een oudere zus heeft ook wat eerder van zich af leren bijten. Inmiddels is deze discrepantie weer bijgetrokken en laat onze erfgenaam zichzelf ook gelden. Wij hebben ook het grootste respect voor onze gastouder die hen wekelijks onder de duim moet houden

Omdat de heren nu beide op de kleuterschool zitten, de een hier in Gorinchem en de ander in Woudrichem, gaan we geregeld met z'n allen op pad. Want het is zo jammer dat ze niet meer samen kunnen spelen, en voor ons is het ook gelijk gezellig.

Zo waren we een paar weken geleden met zijn allen in een binnenspeeltuin in de buurt van Tiel. Terwijl de mannen en kinderen aan het uitrazen waren, konden wij lekker bijkletsen.

Toen het volk uitgespeeld was, en wij huiswaarts wilden keren, liepen de mannetjes gebroederlijk naast elkaar en vingen wij de volgende dialoog op:

A: leuk gespeeld he?
F: Ja
A: De volgende keer gaan we naar Plopsaland
F: Dat kan niet joh, want ik ben bang van kabouters!

Deze uitspraak ontlokte aan de aanwezige volwassenen een hoop gegrinnik op, deze stoere vent die in de hoogste bomen klimt en geen gevaar ziet, is bang van kabouters.

Onze zoon nam dit echter heel serieus op en is op zoek gegaan naar een oplossing. Hij heeft nou eenmaal bedacht dat ie naar Plop wil en Ferre moet mee, maar eerst moet dat probleem de wereld uit.

Een week later had onze huispsycholoog de oplossing en deelde aan ons mede dat Ferre helemaal niet bang hoefde te zijn, want a) kabouters bestaan alleen in verhaaltjes en b)ze zijn ook nog eens heel klein. Twee redenen om er niet bang voor te zijn.

De volgende dag in de kerk zat Arjen vol spanning op zijn vriend te wachten met het goede nieuws.
A: Hey Ferre, je hoeft niet bang te zijn voor kabouters, want ze zijn maar heel klein.

Maar of Ferre hier genoegen mee neemt?...