Kent u dat? Dat je
een bepaalde voorstelling bij je kind hebt of een bepaald verwachtingspatroon
en dat het dan niet op blijkt te gaan voor het kind in kwestie. Zo had ik het
idee dat ons meisje een lief, schattig, vlechtjes- en jurkjesdragend prinsesje
zou worden, maar het tegendeel is waar, ze zou het liefst een jongetje zijn,
draagt nooit jurkjes en ik heb geluk als ik uberhaupt met een kam in de buurt
mag komen.
De afgelopen jaren hebben Frank en ik ook onze visie op
de mannen al moeten bijstellen. Wij hadden verwacht dat Arjen de afwachtende,
verstandige en voorzichtige broer zou zijn en de tweede meer van het type ‘7
sloten tegelijk’. Maar niets is minder waar, Arjen hangt roekeloos in de
hoogste bomen, springt over (en in) sloten, vangt kikkers, experimenteert met
van alles en nog wat en zou zich onmiddellijk aanmelden als er nog bemanningen
werden geronseld om bij de V.O.C. de nieuwe wereld te ontdekken.
Christoph blijkt het watje van de familie en dat geheel
tegen de verwachtingen in. Hij heeft altijd het hoogste woord als het op stoere
dingen aankomt, hij zal wel even dit en hij doet wel even dat, maar als puntje
bij paaltje komt hangt hij in het zwembad om mijn nek, omdat ie bang is om los
te laten, stapt hij maandenlang niet meer op zijn fietsje omdat hij een keer
bijna gevallen is en hij durft niet van de glijbaan. (die was nog geen meter
hoog). En hij zou zeker niet aanmonsteren bij de V.O.C! Al dat water…en lang
weg van je moedertje, dat is dus niets voor Chris. Maar goed, Chrisje zit dus
nog steeds bij moeders achterop de fiets en hij wordt er niet lichter op. Ik
vond het hoog tijd dat meneer zelf ging fietsen, want ik heb ruim 35 kilo extra
op mijn fiets met hem en zijn zus erbij en dan heb ik alle boodschappen en
tassen nog niet meegerekend. Ik ben echt zo’n moeder waar koningin Maxima, toen
nog niet eens prinses, diep respect voor had, toen ze voor het eerst in
Nederland kwam. Moeders met twee kinderen op de fiets en overal waar het maar
mogelijk is boodschappen aan de fiets. Maar goed terug naar Christoph.
Aan het begin van 2013 stelde ik mijzelf een doel per
kind. Eind van het jaar moest Arjen zijn zwemdiploma’s hebben gehaald, Yfke
moest zindelijk zijn en jawel, Christoph moest zelf naar school fietsen, zonder
zijwielen!
Doel 1 was in no-time bereikt. In februari en maart mocht
Arjen respectievelijk het A- en het B-diploma in ontvangst nemen. De
zindelijkheidstraining en het fiets-zonder-zijwieltjes-traject werden even
geparkeerd tot in het voorjaar / zomertijdvak. Het moet ook wel leuk blijven,
je laat je kind niet met winterweer en herfstwind leren fietsen (en gaat er
zelf niet in de regen achteraan rennen) en met blote billen zindelijk worden in
de koude winter is ook zo zielig.
Dus toen het voorjaar eindelijk gearriveerd was, was
Chrisje de eerste die er aan moest geloven. Zijn fietsje werd uit de schuur
gehaald en de hulpmiddelen verwijderd. Nu was het een kwestie van opstappen en
fietsen…niet dus. Chris vertikte het, hij voelde zich absoluut niet zeker en
ging niet fietsen. Frank heeft erachteraan gelopen, ik heb mijn best gedaan en zelfs
ome Remco heeft een poging gewaagd, maar Chris ging niet fietsen. Dus zetten
wij de wieltjes er maar weer aan, fietste hij ten minste zelf naar school. ( De
helft van mijn doel bereikt, maar dat is niet genoeg.) Dit heeft zich enkele
malen herhaald, tot ik op het lumineuze idee kwam om een kleiner fietsje te
gebruiken. Misschien zou hij als ie met zijn voeten helemaal plat op de grond
kon wel zelfverzekerder opstappen. Een kleiner fietsje werd geleend en jahoor,
daar ging meneer. Het heeft mij een middagje speeltuin gekost (de zon scheen,
he vervelend). Ik zat op een bankje terwijl Chris zichzelf leerde fietsen (luie
moeder? Absoluut!). Ook weer opgelost, na een week stapte meneer over op de
grote fiets en hij rijdt nu overal zelf heen. Van een bang mannetje werd het
ineens een kereltje met bravoure.
Nu hij de vaardigheid van het fietsen onder de knie had,
kreeg zijn zelfvertrouwen een enorme boost. Op het opschepperige af…Met dat hij
kan fietsen komen ook de stoere praatjes weer terug. De zondag na de bewuste Chris-kan-fietsen-dag
(14 juni), gaan wij naar opa en tante Saar op de camping. Let op, dit is dus
krap twee dagen later…Chris, helemaal in de ban van het fietsen, neemt zijn
geleende fietsje mee. Opa staat met de caravan nogal ver van de parkeerplaats,
dus dit was geen verkeerd plan van mijn zoon.
Aangekomen bij de receptie lopen we een andere kleinzoon
van opa en tante Saar met zijn ouders tegen het lijf. Het mannetje wordt door
zijn moeder voortgeduwd op een fiets zonder zijwieltjes en het geheel ziet er
nogal instabiel uit. Ook Christoph registreert dit, terwijl wij met zijn allen
richting caravan lopen komt de bravoure in Christoph weer naar boven. Stoer en
een ietwat minachtend kijkt hij naar het wiebelig fietsende jongetje die
ontzettend zijn best aan het doen is om op zijn fietsje te blijven zitten en
vooruit te komen en zegt: ‘Kan jij nog niet fietsen?’ Op zo’n toontje waaruit
je kunt opmaken dat hij dat maar zwakjes vindt. Terwijl hij hard wegscheurt en
zo even laat zien dat hij het wel heel goed kan, nuanceert Arjen het gelukkig
even voor het dappere fietsertje. ‘Luister maar niet naar hem hoor, hij kan het
ook pas twee dagen.’
Wel fijn hoor, in ieder geval een zoon die zich goed kan
inleven in een ander.
(O ja, het derde doel is inmiddels ook bereikt, Yfke was
begin juli zindelijk…wat moet ik nou doen de rest van het jaar?!)