zaterdag 10 januari 2015

Modder

Hoe groot is statistisch gezien de kans dat je een doodlopend polderweggetje inrijdt, jezelf vastrijdt in de modderige berm en vervolgens binnen 15 minuten wordt bevrijdt door een toevallig eveneens nieuwsgierig iemand, die ook net dat weggetje inrijdt om te kijken waar dat weggetje heenleidt? Ik vermoed iets van 0,01 op een schaal van 100 of misschien wel 1000. En toch is dat precies wat mij en de mannen vanmiddag is overkomen.

In de loop van een stormachtige zaterdagmorgen besluiten Arjen en ik dat het perfect weer is om weer eens een aantal geocaches te gaan opzoeken. Online hadden we een leuke wandeling van zo’n zes kilometer gezien met om en nabij de 16 caches en in de directe omgeving nog een paar snelle oppikkers die met de auto te bezoeken waren. Het mocht dan buiten wel hard waaien maar dat weerhield ons er niet van om op pad te gaan. Voor een beetje wind zijn wij niet bang.
Zo gezegd zo gedaan, we probeerden nog om Christoph te ontmoedigen om mee te gaan, maar helaas, hij wilde echt mee.

Dat is ook niet aardig zal de lezer dezes denken, om dat kleine mannetje zijn pleziertje te ontzeggen. Maar het is geenszins plezierig om Christoph mee te nemen op een wandeling. De ervaring heeft ons geleerd dat als je Christoph meeneemt op een tocht die langer duurt van 500 meter, hij onherroepelijk begint te klagen: ‘mama, ik ben moe’, ‘mama, ik heb dorst’, ‘mama ik heb het koud’,  en vul zo verder maar aan. Het is net of je met moppersmurf onderweg bent. De enige manier om Christoph in beweging te krijgen is om hem om de 5 caches een spreekwoordelijke worst voor te houden. Voor chips, koek of snoep wil hij nog wel in de benen komen, en zodoende sjouw ik dus meestal op mijn rug de nodige versnaperingen mee om met Christoph aan de eindstreep te komen. Het is met hem zelfs zo erg dat hij voor we weggaan al checkt wat ik in de rugtas stop, anders blijft hij alsnog thuis. Vandaag had hij gezien dat ik een restje paprikachips in de tas stopte en dus moest en zou hij mee. Hij hield bij hoog en bij laag vol dat hij echt wel in staat was om 6 kilometer te lopen. Arjen zei nog: ‘mama gaat niet terug hoor, we lopen de hele route! Ze laat je gewoon staan als je weer gaat zeuren.’ Arjen kent zijn broertje ondertussen. Maar, nee, hij zou echt lopen. ‘Ik kan toch ook de avondvierdaagse lopen?’ luidde zijn tegenargumentatie. (Maar dat is nauwelijks een prestatie te noemen, met al dat snoep dat onderweg door hem verorberd wordt. Dat is zoveel dat hij niet eens merkt dat hij loopt!
Maar goed, vooruit dan maar weer, hij mag ook mee. Ik ben altijd weer geneigd om het beste in mijn kinderen te zien.

De eerste twee caches zijn snelle oppikkers dus die hebben we zo gelogd, Christoph begint al te informeren naar het moment waarop de versnaperingen genuttigd zullen worden, maar Arjen en ik willen, fanatiek als we zijn, eerst minstens 10 caches gevonden hebben. En dus helaas voor Christoph rijden we de polder in bij Hank om een plekje te zoeken om de auto te parkeren en aan ons rondje te beginnen.

De juiste locatie is snel gevonden. Een doodlopend weggetje met brede bermen om een auto te parkeren en eventueel te keren als de terugweg weer afgelegd moet worden. We rijden naar het eind van het weggetje en stellen de GPS in op het juiste coƶrdinaat. Dat blijkt een 300 meter terug te zijn en dus wil ik terug rijden om daar te auto te parkeren. In zijn achteruit wil ik een stuk terugrijden, maar de weg is erg bochtig en het rijdt niet zo prettig in zijn achteruit. Ik ben echter een beetje huiverig om hier te keren. De berm is wel redelijk breed, maar ook erg modderig en aan beide zijden loopt de berm schuin af richting slootje. Ik heb weinig zin om vast te komen zitten. Achteruit verder rijdend probeer ik de juiste plek te bereiken, maar u voelt hem al aankomen, op gegeven moment gaat dat echt niet meer en waag ik toch de gok om te keren. Achteruit steken is geen probleem, ik heb voorwielaandrijving dus dat is geen punt, de voorwielen blijven op de weg, maar dan moet ik toch vooruit steken om goed te kunnen draaien. En daar gaat het mis! Ik voel mijn  wielen in de modder zakken en hoe meer gas ik geef hoe verder ik mezelf in de bagger vastrijd. ‘Jongens, uitstappen, duwen tegen de rechtervoorkant van de auto,’ commandeer ik mijn ondergeschikten, terwijl ik ze uit de auto jaag. Maar eerlijk is eerlijk. Het zijn wel stoere mannen, maar de kracht van stoere mannen hebben ze nog niet. Ze duwen uit alle macht, maar het mag niet baten. We zitten hartstikke vast op een verlaten doodlopend weggetje in de polder bij Hank. Het miezert en het waait…lekker dan.

Ik probeer zelf nog samen met Arjen om de auto vlot te duwen, maar het is echt geen doen. Toevallig liggen er dwars doorgezaagde boomstammetjes in de berm. We proberen om deze onder de voorwielen te schuiven en hopen daar wat grip op de krijgen. Maar ook die schuiven weg in de modder als ik het gaspedaal indruk.
Helaas.

Ik sta net te overwegen wat nu mijn beste optie is, lopen naar een boerderij of de politie bellen, als er een grote Landrover op mij af komt gereden. Ik zie de chauffeur al lachen achter het stuur. En toeval bestaat niet; deze meneer heeft als hobby het lostrekken van auto’s die in onmogelijke posities zijn beland! En nee dat is geen grap, met een groep vrienden creĆ«ert hij bewust dergelijke situaties met oude auto’s, die ze dan half over een afgrond hangen of in een riviertje of weet ik veel. Ze gaan zelfs naar de Ardennen om extra moeilijke situaties te bedenken. Hij wrijft gewoon in zijn handjes dat hij hier nu zo dicht bij huis zijn hobby kan uitoefenen, want ik heb het hem lekker moeilijk gemaakt, gniffelt hij.

Nadat hij een paar keer rond mijn auto heeft gelopen en de omgeving op geschikte sterke bomen heeft onderzocht, haalt hij een trekkabel en zo’n ding om die kabel te spannen uit zijn FourWheelDrive en rijdt alsof het niets is door de zompige berm om aan de andere kant van mijn auto (die immers dwars over de weg staat) te komen. Hij verbindt de beide auto’s met elkaar een geeft mij een paar aanwijzingen hoe ik moet sturen en dan geeft hij gas. Christoph die achterin is geklommen vanwege de regen, kan zich nog net op tijd schrap zetten. Met een flinke ruk trekt onze 4-wiel-aangedreven-redder mijn toyota weer op het asfalt.
Ik bedank hem voor de hulp en hij bedankt mij voor de geweldige uitdaging en het mooie verhaal dat ie zijn vrienden kan vertellen.


Dus met slechts een kleine 20 minuten tijdsverlies kunnen wij weer verder cachen…maar na twee caches begint datgene waar Arjen en ik al voor vreesden. ‘Mama, ik heb het koud, ik wil naar de auto…mag ik chips?’ Inmiddels is het ook flink begonnen met regenen…nee die 16 caches gaan het niet worden vandaag. Maar we hebben wel een goed verhaal om mee thuis te komen!