donderdag 21 februari 2013

Een konijn voor mama


Mijn zoons hebben zojuist een donderpreek gehad en staan nu boven onder de douche te overleggen, hoe moeten ze het weer goed moeten maken met mij.

Vandaag kom je na een dag hard werken thuis en wil je eigenlijk even gezellig aan tafel zitten en lekker eten met je gezin. Maar dat is van hier vandaag niet aan de orde, er is zelfs helemaal geen orde, eerder wanorde. Mijn zoons en dochter zitten aan tafel te mopperen. Yfke doet dat luidkeels, krijst alles bij elkaar om een ons onduidelijke reden en de mannen zitten met hun eten te spelen, nadat ze eerst hun ananas en kroepoek hebben opgegeten. Nu zijn ze druk doende om hun witte rijst over hun bord te schuiven en naar elkaar te roepen. Dat is overigens volkomen onnodig, want ze zitten op krap 80 centimeter afstand van elkaar. Misschien ligt het aan mij, maar ik kan dit nu niet hebben, heb hier helemaal geen zin in en heb hen ondertussen meerdere malen aangemoedigd om recht te gaan zitten en te gaan eten.

Het was een grote tegenvaller voor hen vanavond, we aten nasi in plaats van de op donderdag gebruikelijke patatjes. Ze zijn hier behoorlijk goed geconditioneerd en rekenen op donderdag eigenlijk standaard op patat. Maar ja, omdat ik nog geen tijd had gehad om de vieze frietpan onder handen te nemen, had ik nasi gekookt. In hun geval betekent dat dan witte rijst, omdat ze consequent weigeren om nasi te eten. Een flinke tegenvaller dus voor de heren en dame, die ook haar zinnen op tatas met naise had gezet.

Maar goed, ik naderde dus mijn kookpunt en nadat Christoph zijn witte rijst over de tafel uitspuugt ben ik het meer dan zat. ‘Weet je wat jullie doen? Zoek maar een andere moeder, die wel altijd kookt wat jullie lekker vinden en ga daar maar wonen, dan zoek ik wel kindertjes die wel blij en tevreden opeten wat ik voor ze kook!’ Misschien pedagogisch niet helemaal verantwoord, maar jammer dan. ‘En nu naar boven, douchen, pyjama aan en in bed!’ ‘Krijgen we geen toetje?’ probeert er nog een.

Tss, wat denkt ie zelf, wegwezen met zijn tweeen! Arjen begrijpt de ernst van de situatie en sluipt met de staart tussen de benen naar boven (bij wijze van spreken dan). Christoph die nergens de ernst van in ziet, schiet achter hem aan.

Als ik een paar minuten later achter ze aan naar boven loop, hoor ik ze overleggen onder de douche, Arjen denkt hardop: ‘Zou mama echt weggaan?’ ‘Nee, dat wil ik niet hoor.’ Christoph antwoordt iets, ik versta het niet. Arjen weer: ‘Nee want als ze 15 jaar getrouwd is, zouden we naar Disney gaan en dat is al bijna, want ze is bijna 11 jaar getrouwd.’ (Dit plan is ooit eens geopperd, maar inmiddels al lang weer van de baan, maar dat weten zij niet, dat doen we vast nog wel eens, maar niet met ons 15 jarig huwelijk)  

‘Ik wil wel naar Disney, ’ zucht hij.  ‘Ik ook,’ hoor ik Chris zeggen.

‘We moeten, denk ik, echt iets leuks doen voor mama, een cadeau kopen ofzo’, stelt Arjen voor. ‘Ja of een tekening maken,’ denkt Christoph. ‘Nee, geen tekening, die heeft ze al genoeg, we moeten echt iets moois kopen als ze 15 jaar getrouwd is. Dan gaan we sparen en dan geef jij mij al jouw geld en dan ga ik naar de stad, want dan ben ik 11 en dan mag ik vast wel alleen naar de stad. Maar jij bent dan pas 9, dus dan mag jij nog niet alleen de Beatrixlaan over (dat heeft Arjen goed gezien), dus ik ga alleen en dan koop ik van ons geld het allermooiste cadeau wat er is voor mama.’

Christoph komt al met suggesties, ik spits mijn oren, want ik ben uiteraard heel benieuwd wat dat allermooiste cadeau dan volgens hen wel niet is. Christoph blijkt mij al aardig goed in te kunnen schatten: ‘Dan moet jij een boek kopen voor mama, of een mooie ketting.’ Keurig Christoph, jij kent je moeder goed. Maar Arjen is het er niet mee eens en wijst al deze fantastische ideeen van de hand. ‘Nee, het moet echt een heel duur cadeau zijn, we kopen een konijn voor mama.’

Ik sta verbijsterd op de overloop met de wasmand in mijn handen. Een konijn? Hoe is hij daar nou opgekomen? Wat moet ik daar nou mee? Ik heb echt niets met konijnen, nooit gehad en dat zal waarschijnlijk ook niet meer komen, ik vind ze zelfs niet eens lekker. Geen Flappie voor mij met de kerstdagen. Op de een of andere manier moet ik er toch voor zorgen dat Arjen iets meer gaat luisteren naar de ingevingen van zijn kleine broertje. Want een konijn voor mijn 15 jarig huwelijk lijkt mij niet zo’n leuk cadeau, ik heb nog 4,5 jaar om hem op andere gedachten te brengen en te zorgen dat Christophs mening wat meer gewicht in de schaal legt.

O ja en ik moet ze ook nog vertellen dat we niet naar Disney gaan…dat doen ze maar een keer met Ome Remco.

vrijdag 1 februari 2013

Als ik kon vliegen dan vloog ik naar jou.


Deze poëtische zin ontsproot daarstraks aan het brein van mijn oudste zoon en deed zijn vader jaloers opkijken.

Vanmorgen zitten wij met zijn allen aan tafel. Alhoewel zitten, het lijkt er op, ik loop heen en weer tussen keuken en eettafel, Christoph hangt zoals gebruikelijk scheef op een stoel en schuift zijn brood naar binnen. Yfke zit, als de koningin die ze is, aan het hoofd van de tafel en houdt alles in de gaten, Frank is ook aangekleed en al aangeschoven en probeert te onthouden dat ie vanmorgen naar de tandarts moet en Arjen zit te schrijven en te eten tegelijk.

Inderdaad te schrijven, want hij toen hij beneden kwam lag daar nog het vriendenboekje van een van de meisjes uit zijn klas en als Arjen ergens een hekel aan heeft, dan is dat werk dat blijft liggen. (Dat heeft ie van zijn moeder, ik kan ook niet zitten, als ik nog rommel of strijkgoed of wat dan ook zie). Hoe dan ook, Arjen vond dus dat het boekje nog ingevuld moest worden voordat we naar school zouden gaan. Hij heeft er een mooie pen voor opgezocht en zit nu heel nauwkeurig al de vragen in te vullen.

U kent dat wel, die vriendenboekjes: wat is je naam, waar woon je, wat is je liefste wens, wat lust je graag, etc. Ik heb er in mijn basisschoolcarriere al de nodige ingevuld. Na de overstap naar het voortgezet onderwijs dacht ik er van af te zijn, maar toen kwam Arjen met de regelmaat van de klok met deze boekjes thuis. Al bij de kleuters blijkt dat een populair gebruik te zijn. Terwijl ik dan denk ‘die kinderen kunnen helemaal nog niet lezen, laat staan de meeste van die vragen begrijpen, maar goed als moeder vul je dan braaf al die boekjes in, want schrijven kan groep ½ evenmin.

Maar nu zit Arjen in groep 3 en kan hij heel goed zelf lezen en schrijven, dus hij mag al die boekjes lekker zelf invullen. Je zou denken dat we ondertussen ook de meeste klasgenootjes al hebben gehad, maar sommigen beginnen vrolijk aan een tweede boekje en dan mag iedereen dus weer opnieuw. Da’s misschien eigenlijk ook best leuk, dan kun je vergelijken wat er verandert en gelijk blijft.

Druk met eten, lezen en schrijven zit Arjen over het boekje gebogen. Wie wonen er allemaal bij jou in huis, wat wil je later worden, waar zou je met de hele klas naar toe willen? Frank kijkt over zijn schouder mee en constateert, dat Arjen alles precies zo opschrijft als je het zegt en her en der de S verkeerd om schrijft. Het ziet er allemaal heel schattig uit. Arjen doet er echt zijn best op. En dan komt de volgende vraag: ‘Als ik kon vliegen, dan…..’ Ik neem aan dat de meeste kinderen een of andere tropische bestemming zouden invullen of anders Disneyland ofzo, maar zo niet onze zoon. In onze zoon blijkt een romanticus te schuilen, want zonder blikken of blozen, noteert het ventje: ‘Als ik kon vliegen, dan vloog ik naar jou.’

Dat is toch een zin die je zo in een of ander liefdeslied kan aantreffen! Frank die nog steeds meeleest is er behoorlijk van onder de indruk. ‘Zo Arjen, als jij zo doorgaat, dan moeten we hier straks dranghekken voor de deur gaan plaatsen. Dan loopt het storm met al die jongedames die zich hier voor jouw voeten komen werpen.' ‘Die zin had ik vroeger wel willen gebruiken!’ Als ik de verhalen van ‘vroeger’ een beetje mag geloven was de vader van het jongetje zelf ook een graag geziene gast bij het vrouwelijk schoon, dus waarschijnlijk had hij dergelijke zinnen ook wel paraat. Casanova schijnt een kleintje te zijn geweest vergeleken bij Frank. (Jammer dat je, als de buit eenmaal binnen is, daar weinig meer van merkt…).

Het gaat echter allemaal aan Arjen voorbij, dat hij hier blijk geeft van grote literaire kwaliteiten, heeft hij niet door. Het maakt namelijk ook helemaal niet uit. Het kan hem niets schelen als er allemaal meisjes hier voor de deur staan. Hij weet toch al dat ie met Naomi gaat trouwen, dus…

Maar goed, we hebben nog een zoon, misschien zit er iets voor hem tussen…