vrijdag 25 januari 2013

Echt ongerijmd!


Sinds een maand of vier zit Christoph ook op school, zijn vader en ik zijn heel benieuwd of juf Wil hem beter afgericht krijgt dan wij, want het lijkt soms onbegonnen werk. Voorlopig lijkt dat goed te lukken, want we hebben tot op heden nog geen klachten gehad.

Maar goed, to the point, in vier maanden tijd is mijn kleine kereltje opeens een hele vent geworden. Hij houdt er inmiddels net als Arjen een heel sociaal netwerk op na, hij gaat zo af en toe eens uit spelen, maar vooral gaat zijn ontwikkeling ongemerkt met sprongen vooruit.
                 
In tegenstelling tot zijn grote broer vond Chris de peuterspeelzaal een plek om te spelen. Het woord zegt het ook eigenlijk al, peuterspeelzaal, maar goed, wij waren gewend aan de instelling van Arjen. Die is leergierig tot en met en zag de peuterspeelzaal echt als zijn eerste stap in het maatschappelijke leven. Chris dus niet, die speelde en vond alles prima. Het had wat hem betreft ook nog wel wat langer gemogen, maar nu hij op school zit is dat opeens toch ook wel interessant.

Opeens begint er nu een cognitieve concurrentiestrijd tussen de twee broers. (Die fysieke strijd was een poosje eerder al beslist in het voordeel van Christoph, want die kon Arjen niet de baas met woorden en gebruikte dus andere middelen om zijn gelijk te halen.)

Arjen heeft het voordeel van het ‘oudstebroerzijn’, hij kan alles al, weet alles al, en is ook voor ons als ouders steeds degene die als eerst een bepaalde ontwikkeling meemaakt. Wat voor Chris nieuw is, is voor ons drietjes gesneden koek en Arjen is uiteraard niet te beroerd om dat aan zijn broertje te laten voelen. Maar die laat zich ook niet uit het veld slaan. Als Arjen een woord leert (groep 3), dan heeft Chris er drie geleerd, en als Arjen ‘bus’sommen heeft gemaakt, dan heeft Christoph ‘trein’sommen gemaakt. Je moet ze eens horen als wij naar huis fietsen.
 
Ik roep naar Arjen die voor mij fietst: ‘En Arjen nog een nieuw woord geleerd vandaag?’ ‘Ja’, buik, roept hij achterom kijkend naar ons. Nog voordat Arjen en ik hierover uit gesproken zijn moet Chris zich ook in het gesprek mengen: ‘Ik heb ook een woord geleerd.’ ‘Niet waar, bij Juf Wil leer je geen woorden,’ roept Arjen achterom, ‘toch mama?’ Ja, ik weet ook wel, dat Chris geen ‘echte’ woorden leert schrijven zoals Arjen, maar het is ook zo wat om zijn kleuterschoolactiviteiten gelijk te bagatelliseren, dus als ik informeer, wat hij heeft geleerd luidt het antwoord: ‘bloempot, zeehond en knakworst.’ Arjen staat gelijk op zijn achterste benen, want dat kan echt niet en dat heeft hij nooit geleerd en hij kan het weten want hij heeft 2 jaar al bij juf Wil gezeten, toch mama?

Deze strijd herhaalt zich dus geregeld. Chris wil niet onderdoen voor Arjen en verzint er dus gewoon een aantal leerprestaties bij.

Nu denk ik ook inderdaad niet dat hij bloempot, zeehond en knakworst heeft leren schrijven bij juf Wil, maar hij krijgt wel oog voor letters en gevoel voor klanken. Bepaalde letters herkent hij (de M van MacDonalds, die is erg belangrijk) en bovenal begint hij met rijmen. VIS PIS, en STOEP POEP, zijn natuurlijk favorieten, of wat te denken van Yfke de Pyfke en Arjen de Parjen, hij rijmt wat af. En dat gaat best goed. Maar na vanmiddag begin ik toch een beetje te twijfelen aan de studievoortgang van onze middelste.

We zitten met zijn drietjes op de bank en ik lees Yfke en Christoph voor uit een boekje over Donald Duck die het aan de stok heeft met de kleptomane eekhoorntjes Knabbel en Babbel. De beestjes hebben de boot van Donald gestolen in een poging om eikeltjes te gaan zoeken aan de overkant van het meertje. Leuk verhaaltje…maar goed. Ik zit dus voor te lezen als plotseling Christoph mij onderbreekt: ‘He mama, dat rijmt!’ Ik wil hem al gaan prijzen, want het ligt natuurlijk nogal voor de hand dat hij de rijmmelarij rondom Knabbel en Babbel heeft ontdekt. ‘Ja heel knap hoor Chris dat rijmt. Goed gehoord van jou!’

‘Ja mama, luister maar goed,’ hij stelt zich recht tegenover mij op en steekt heel schoolmeesterachtig zijn vingertje in mijn richting en dan proclameert hij: ‘Knabbel…en ik verwacht Babbel te horen, dus ik doe mijn mond al open om met hem mee te doen, maar dan klinkt er op eens iets heel anders: Knabbel (hij wacht even om de spanning op te bouwen en dan komt het….Vuurwerk.

Ik schiet in de lach, vooral om het eigenwijze smoeltje dat hij erbij trekt. Het woord vuurwerk komt in de hele tekst niet voor, laat staan dat het rijmt. Dus misschien toch maar vast aanmelden voor remedial teaching, je kunt er tegenwoordig niet vroeg genoeg bij zijn…