Afgelopen vorige week
mochten collega Jantine en ik meedoen aan de selectiedagen van het ooit
kamervragen-over-gestelde- nationale TV-spelletje, waar toenmalig
minister-president Balkenende voor in de bres sprong, LINGO. Ooit in een maffe bui,
meer dan anderhalf jaar geleden hebben wij ons eens opgegeven, gewoon omdat het
op dat moment grappig was. Destijds hebben we weken op wacht gezeten bij de
brievenbus uitkijkend naar een reactie, maar er kwam niets. Tot een paar weken
terug, we werden vriendelijk verzocht op zaterdag 20 april naar Hilversum te
komen voor een toelatingstest.
Onder het motto ‘wie A
zegt moet ook B zeggen’ hebben wij braaf alle aanmeldingsformulieren ingevuld.
Met daarop echt de meest vreemde vragen: noem een top 5 aan gerechten die jij
goed kunt klaarmaken, heb je huisdieren, zo ja wat? Kortom we hebben ons
volledige doopceel moeten lichten, maar goed, Lucille moet toch ergens met ons
over kunnen praten. Bij de vraag over het leukste/gekste wat we ooit samen
hebben meegemaakt, hebben we de kaasplank van collega’s Piet en Jan ingevuld,
zonder enige toelichting, dus geheid dat Lucille daar naar gaat vragen. Ondertussen
zij we ook onze collega’s aan het trainen, want die willen allemaal mee en
moeten vanaf de tribune keihard ‘groen’ loeien.
Hoe dan ook, om een beetje
voorbereid te zijn kijken we hier tegenwoordig iets vaker naar Lingo dan
normaal en soms zelfs via uitzending gemist. Arjen en ik houden braaf een lijst
met woordjes bij en oefenen samen voor de TV. Hij vindt het wel stoer, zijn
mama bij Lingo. Dat bijhouden van die lijst met woordjes was ik overigens gauw
zat. Dat moet toch makkelijker kunnen. En ja hoor, dat kan ook makkelijker, als
je bij google intikt ‘lingowoorden’ resulteert dat in een enorme waslijst met woorden
van 5, 6 , 7 en 8 letters en die kun je dan eventueel uit je hoofd stampen. Of
niet…en dat laatste hebben wij gedaan, redelijk onvoorbereid brak 20 april aan.
Van zenuwen is geen enkele
sprake, het is meer een gevoel van ‘leuk/we zien wel’, we zijn tenslotte twee
redelijk taalvaardige dames…’hoe moeilijk kan het zijn/ thuis weten we de
woorden altijd,’ u ziet vol zelfvertrouwen togen wij richting Hilversum.
Voorafgaand aan het Lingo avontuur, tijdens het middageten is
Frank ondertussen ook in de Lingo-sfeer gekomen en is bezig met zijn welbekende
flauwe grapjes. Samen met Arjen is hij alle woorden aan het spellen: ‘Mag ik de
pindakaas? P-I-N-D-A-K-A-A-S.’ of ‘geef het melkpak een aan.
M-E-L-K-P-A-K’. Arjen doet ook gelijk
een duit in het zakje: ‘mag ik de vis? V-I-S (staat niet eens op tafel, maar
dat woord kent hij goed) en Mijn beker is leeg, B-E-E-K-E-R’ (hij zit in groep
3, hij kent die regel nog niet). Per slot van rekening moeten we mama wel
steunen, er is weleens 8000 euro aan prijzengeld weggeven, vooral dat deel
vindt Frank aantrekkelijk. En zo gaan de mannen voort met het spellen van alles
wat ze in de kamer zien, enkel en alleen ter ondersteuning van mama.
Na enkele minuten heeft
ook Christoph door waar zijn vader en broer mee bezig zijn en hij gaat ook
meedoen. Hij heeft het eens even aangehoord en denkt waarschijnlijk dat hij het
principe ook wel snapt en dus horen wij opeens het volgende: ‘mama, mag ik de
boter? I-X-D-T-E. Heel triomfantelijk kijkt hij rond, zo dat heeft ie toch maar
even mooi gezegd. Frank en ik schieten in de lach en daar wordt Chris dan weer
boos om. ‘Waarom lachen jullie om mij?’ ‘Omdat jij het niet goed doet, zegt
Arjen, het is B-O-O-T-E-R, toch mama.’
Ja, bijna, hoe dan ook,
het is denk ik maar goed dat ik naar LINGO ga en niet mijn zonen, dan kan hun
vader die enorme prijzenpot sowieso wel vergeten…
Maar dat voorbereiden, dat
had geen kwaad gekund, die test was best pittig. Maar goed, we zijn door en we
hebben de hele zomer om te trainen, Lucille en JP gaan eerst op vakantie en wij
gaan maar woorden stampen, met de hulp die ik thuis krijg moet dat toch geen
enkel probleem zijn.
Toch zou ik die woorden jullie hoofd in stampen als ik jullie was. En niet eruit ;-).
BeantwoordenVerwijderen