Sinds Arjen zichzelf steeds groter gaat vinden, wil hij
niet meer overal met mij mee naar toe.
Even boodschappen doen, hij blijft
liever thuis.
Papa ophalen uit zijn werk, hij gaat niet mee.
Naar de BSO na schooltijd, hij gaat liever naar huis.
En daar hebben we recentelijk ook het overblijven aan
toegevoegd. ‘Ar’ smeert sinds januari zijn eigen bammetjes als hij tussen de
middag thuis is (en stak op dag 1 en passant gelijk de keuken in de fik omdat
hij wel zin had in een hamburgertje op brood, dag 2 vergat hij de deur op slot
te doen en liet hij alles open en bloot op tafel liggen en los daarvan liggen
standaard alle messen, bordjes, bekers en koelkastproducten nog op het
aanrecht als ik thuiskom).
Het was onvermijdelijk, maar sinds een paar weken is
Arjen dan dus ook de trotse ‘eigenaar’ van onze huissleutels…
Dat vinden wij hier een behoorlijk spannend project, want
Arjen staat niet bekend als iemand die altijd precies weet waar al zijn spullen
zijn…Dat heeft hij overigens van niemand vreemd, volgens oma Rousse was papa
ook altijd alles kwijt. Frank vergat ook zeer geregeld kledingstukken als hij
ergens had lopen voetballen, hij kon op maandagmorgen naar school willen gaan
en dan tot de ontdekking komen dat zijn fiets niet in de schuur stond. Die
stond dan nog op de plaats waar hij hem vrijdag- of zaterdagavond had laten
staan als hij van het voetbalveld kwam. Dit defecte gen is dus van vader op
zoon overgegaan. Mijn punctualiteit heeft tijdens de conceptie van Arjen zich
helaas niet zo dominant opgesteld als je van een gen van mij zou mogen
verwachten.
Maar goed we hebben het nu over Arjen en sleutels. Het
was een kwestie van afwachten tot de dag dat hij zijn sleutels kwijt zou zijn. En
jahoor, we hoefden niet eens lang wachten, vorige week woensdag was dat reeds
het geval. Het was een zeer zachte woensdagmiddag in februari en dan willen
mijn jongetjes en hun vriendjes maar een ding: voetballen. Dat vond ik allemaal
prima, maar, zo vertelde ik mijn zoon, moest ik naar zwemles met zijn zusje en
dus moest hij om vier uur thuis zijn, want hij moest mee naar het zwembad. Zo lang
alleen thuis vond ik geen strak plan. Het onderwerp van dit relaas zag echter
zelf geen enkel probleem. Hij ging voetballen en zou gewoon zijn sleutels
meenemen in de zak van zijn jas die met een rits dichtkon. (U leest hier al:
hij had er goed over nagedacht, hij kon de sleutel op deze manier écht niet
verliezen…hij had aan alles gedacht, hij kent zichzelf).
En omdat je je kind moet vertrouwen, gaf ik weer toe. Ik
snap ook wel dat je liever buiten voetbalt dan naar je zusje te kijken in een
benauwd zwembad. Arjen vertrok met jas en sleutel naar het voetbalveldje.
U als lezer bent snel van begrip en heeft allang bedacht
dat voetballen met een winterjas bij 15 graden veel te warm is en dat het
mannetje zijn jas uit gedaan heeft.
Na het voetballen zijn de mannen dorstig en gaan zij wat
drinken bij een vriendje. Jas? Welke jas, da’s even minder belangrijk, want hij
springt zo op de fiets met maar een gedachte: dorst! Dat hij zijn jas niet heeft, daar maakt mijn
zoon zich op dat moment absoluut geen zorgen over. Pas als hij om half zes
huiswaarts keert, mist hij zijn jas met de daarbij behorende sleutels.
De moeder van het vriendje belt mij op in het zwembad. ‘Arjen
is zijn jas kwijt, met sleutels en al en kan niet naar huis, ze zijn al aan het
zoeken geweest, maar tot dusver geen resultaat.’
%&GRRR@!***!!! (Zoiets gebeurde er in mijn hoofd). Ik
pluk Yfke uit het bad en droog haar snel (en naar haar zin veel te hardhandig)
af en race naar het voetbalveldje. Nu is het nog licht wellicht kan ik beter
zoeken dan mijn zoon, maar nee, er ligt niets. Een buurtonderzoek onder de vriendjes
levert ook niets op. Jas en sleutels zijn weg.
Gefrustreerd kom ik thuis en loop daar nog behoorlijk te
mopperen over wat het gevolg is van sleutels die kwijt zijn, en dat wij nu wel
heel gastvrij zijn voor boeven en dat het maar goed is dat zijn adres er niet
aanhangt, dat dit eens en nooit meer is,
dat hij zelf de verloren sleutels mag betalen etc…U hoort het mij wellicht
doen. Het heeft geen enkele zin, die sleutels blijven weg, ook de dag erna en
de week erna.
Maar zonder dat ik het in de gaten had is Yfke nogal
geschrokken van het woord ‘boeven’ tijdens mijn tirade tegen haar grote broer. Vandaag
stuitte ik tijdens mijn wekelijkse poetsroute door het huis op een hindernis
tijdens het stofzuigen. Op het kozijn van Yfke haar slaapkamerdeur was een
klein toetsenbordje met cijfers verschenen. De deur zat potdicht en ik kon niet
naar binnen, zo vertelde zij mij toen ik vroeg wat dit moest voorstellen. Ze
had een alarm geïnstalleerd. Zonder code kwam ik er niet in en dus de boeven
ook niet, want die kunnen wel in ons huis met Arjens sleutels, en dan stelen ze
mijn spullen, aldus mijn dochter. Ze had er al nachten niet van geslapen zei ze.
(Daar hebben wij dan weinig van gemerkt, maar dat terzijde).
Gelukkig is de jas diezelfde dag nog teruggekomen. Hij
was gevonden bij een bankje in het park, twee wijken verderop! ‘O ja, daar zijn
we ook nog geweest,’ was Arjens respons. ‘Maar daar heb ik ook nog wel gezocht
hoor…’ De jas bleek gevonden door een meisje van de andere school, zij had er
een week mee lopen leuren om er achter te komen van wie die jas nou was en ik
heb een week lang overal gezocht. Wat hebben we hier van geleerd? Ik hoop Arjen
iets en we weten nu in ieder geval dat het lost&found systeem van de
gemeente Gorinchem prima werkt. En een fijne bijkomstigheid: Yfke kan weer rustig
slapen…en ik zonder code stofzuigen!